Huilende kinderen en het geluid van laarzen op klinkers. Engel Klifman kan zich die nacht nog goed herinneren. Op 2 oktober 1942 veranderde de joodse gemeenschap in Coevorden voorgoed. “Na al die jaren ben ik het nog steeds niet vergeten.”
In heel Noord-Nederland werden de joden uit hun huis gehaald en naar kamp Westerbork gebracht. Velen kwamen nooit meer terug. “Mensen hadden het altijd over de lieve vroedvrouw”, vertelt kleindochter Thea Koster over de oma die ze nooit gekend heeft. Precies tachtig jaar geleden werd Marianne Sanders samen met haar man Comprecht uit hun huis gehaald. “Toen ik zelf oma werd kwam ik er pas achter hoeveel ik ze gemist hebt.”
Van de ruim honderdvijftig joden in Coevorden en Dalen kwam er na de oorlog maar een handjevol terug. Een getuige en een nabestaande blikken terug op die gitzwarte dag in de Coevorder geschiedenis:
In de synagoge van Coevorden is vandaag stilgestaan bij deze gebeurtenis. “Elk jaar op twee oktober hebben we een herdenking, omdat je altijd verhalen moet blijven vertellen”, vertelt Dirkje Mulder. Omdat het dit jaar 80 jaar geleden is heeft het museum een nieuwe tentoonstelling geopend, waarbij verhalen te horen zijn over mensen die niet meer terug zijn gekomen.
“Het zijn écht persoonlijke verhalen geworden, waarbij je er achter komt wie de mensen waren, wat ze deden, waar ze woonden.” En dat is belangrijk, vindt Mulder. “Wat er in de oorlog is gebeurd is afgrijselijk. Deze mensen hebben het ondenkbare meegemaakt”. Maar je moet niet alleen die gebeurtenissen blijven vertellen. “Juist de mensen mag je niet vergeten. Daarom staan we daar op deze manier bij stil.”