“Hier is een half woord vaak al genoeg, omdat mensen je simpelweg begrijpen”, zegt Marjan. Samen met Marijke zit ze aan de eettafel in het huis van stichting Sigrid’s Garden, waar ze beiden gastvrouw zijn. Het is een inloophuis waar kankerpatiënten tijdens of na hun behandeling terechtkunnen voor een luisterend oor. “Het praten met lotgenoten kan een gigantische verlichting zijn.” Vandaag openen ze de deuren voor geïnteresseerden, tijdens de jaarlijkse open dag.
Een veilige plek om over je ziekte of ervaringen te praten, maar ook te kunnen lachen en vergeten. Dat probeert de stichting te realiseren. Maar het is meer dan een plek om te praten. “Niet iedereen heeft daar zin in. Je hele leven staat plots in het teken van een ziekte. Daar wil je niet altijd aan herinnerd worden”, zegt Marjan. Daarom bied Sigrid’s Garden ook activiteiten aan als yoga, schilderen of bieden ze cursussen aan. “Je zinnen verzetten is belangrijk.”
Daar kan ze zelf over meepraten. “Toen ik dertig was kreeg ik na een uitstrijkje slecht nieuws van de arts”, blikt ze terug op haar eigen diagnose. Een tijd lang stond ook haar leven in het teken van behandeling en onzekerheid. “Het is gelukkig goed afgelopen, maar je wil er ook af en toe niet aan denken.”
Precies dat proberen ze dus bij het inloophuis ook te creëren. Zo is op vrijdagochtend in de workshop-ruimte Alie druk bezig met een pastelkrijttekening. “Ik doe hier vaak aan mee”, vertelt ze. “Ik vind het leuk en ik blijf ook bezig.”
Dertien jaar geleden begon ze als gastvrouw bij de stichting, nadat haar moeder aan kanker is overleden. “Dan kom je erachter hoe belangrijk het is om een plek te hebben waar je kan praten over zo’n ziekte.” Die eigen ervaring is volgens haar ook een pluspunt als je als gastvrouw komt werken. “Je herkent de problemen. Je weet waar ze het over hebben en kan dat meenemen.”
Sinds een jaar is ze niet als gastvrouw aanwezig bij Sigrid’s Garden, maar als patiënt. “Een jaar geleden werd borstkanker geconstateerd”, zegt ze terwijl ze met een oranje krijtje een zonsondergang tekent. “Dan stort het even in. Helemaal omdat deze plek tijdens corona dicht was.” Door de contacten die ze hier al had kon ze wel in gesprek blijven, alleen dan nu aan de andere kant. “Dat is een heel dubbel gevoel. Wel ben ik blij dat ik die ervaring als vrijwilliger al had. Ik ken de mensen.”
Het werk als vrijwilliger bij het inloophuis is niet altijd makkelijk. “Het zijn soms heel heftige verhalen, waarvan je ze niet mee naar huis wil nemen”, zegt Marijke. Al negen jaar loopt ze als gastvrouw rond. Ook zij heeft in haar naaste omgeving te maken gehad met kanker. “Het is geen verplichting als je hier komt werken, maar het werkt wel in je voordeel”, zegt ze. Als naaste kan je luisteren, maar echt begrijpen is lastiger. “Als je het hebt meegemaakt, zelf of van dichtbij, snap je de protocollen en de molen waar je als patiënt in gaat.”
Waar de gesprekken in het ziekenhuis vaak gaan over de behandelingen, gaat het hier vooral over al het andere wat er bij komt kijken. “Daarnaast is er vooral veel ruimte om er niet aan te denken of om lekker te lachen”, zegt Marijke.
Het is niet alleen een plek waar patiënten hun hart kunnen luchten of met lotgenoten kunnen praten, de gastvrouwen zijn er ook voor naasten en nabestaanden van deze patiënten. “Voor een partner, kinderen of een vriendenkring is het nieuws ook een klap” benadrukt Marjan. Thuis wordt er vaak over de ziekte gepraat, maar frustraties die geliefden voelen worden daarbij vaak niet geuit. “Het heeft geen zin om boos te worden tegen een patiënt, maar die woede is er vaak wel. Die moeten ze op een andere plek kunnen uiten.” Door met gastvrouwen te praten kunnen naasten toch hun eigen gevoel een plekje geven, zonder dat ze patiënten misschien kwetsen door boosheid.