Kleine, jeukende bultjes over je hele lijf. Het is weer de tijd dat de eikenprocessierups voor overlast zorgt. Maar in vergelijking tot vorig jaar, valt het dit jaar mee met de overlast, zo zegt natuursite Nature Today. Al zijn er in de bomen of soms in het gras, nesten genoeg.
Hovenier Roel Timmerman is er met zijn collega's druk mee. Ze zijn veel op pad om de nesten te verwijderen. Ook al zijn er momenteel geen eikenprocessierupsen meer. "Die zijn ontpopt tot vlinders en uitgevlogen", legt Timmerman uit. Maar de ellende is daarmee nog niet weg. "In de nesten zijn wel de haartjes van de rups achtergebleven en die zorgen voor klachten. Dus die nesten moet je wel weghalen."
Eigenlijk ben je dus nu te laat, want de vlinders die zijn uitgevlogen leggen weer nieuwe eitjes die volgend jaar uitkomen. Je kunt dus beter in het voorjaar de eitjes bestrijden voordat ze uitkomen. In mei heeft Timmerman met zijn bedrijf daarom in een deel van de eiken in de gemeente Emmen bij wijze van proef, aaltjes geschoten."
Aaltjes zijn kleine levende wezentjes die in de rups kruipen, daarna gaat de rups dood. "En die proef met aaltjes is geslaagd. In die bomen zie je helemaal niets meer. Al die eitjes zijn kapot gegaan en er zijn geen rupsen. Die bomen zijn schoon."
Volgens natuursite Nature Today wordt er momenteel minder overlast gemeld door de eikenprocessierups. Dat komt deels omdat er in het voorjaar dus ingegrepen is, maar ook het weer speelt een rol. "Het is deze zomer veel kouder dan vorig jaar", legt Timmerman uit. "Dat betekent dat mensen ook veel meer binnen zitten. En dan heb je dus ook minder overlast van de eikenprocessierups."
Maar binnen blijven is natuurlijk niet de oplossing. Om de eikenprocessierups uit te roeien zou je eigenlijk alle bomen in het voorjaar moeten behandelen . Maar dat is niet te doen. "In overleg met gemeentes kijken we naar plekken waar veel mensen samen komen. Dus in woonwijken, drukke fietspaden, festivalterreinen. En daar behandelen we dan in het voorjaar de bomen. En voor de rest laat je de rups zijn gang gaan."
Door: Ineke Kemper