Bewoners in de Emmer wijk Bargeres zijn overlast door zwaar vuurwerk meer dan zat. Afgelopen weekend vonden er vernielingen plaats aan onder meer een dixie - een mobiel toilet - en enkele bouwketen. Volgens buurtbewoners is het al langere tijd elk weekend raak.
"Dit is de zoveelste keer, we hopen echt dat de politie hier een keer wat aan gaat doen, want het is echt kommer en kwel", zegt buurtbewoonster Joyce Jansen. Het is volgens haar ook geen normaal vuurwerk wat gebruikt wordt. "Het zijn gewoon zware bommen, de knallen zijn echt knetterhard. Iedereen in de wijde omgeving heeft daar last van. En het gebeurt ook elke keer 's avonds laat of in de nacht, als mensen op bed liggen. Echt niet leuk meer."
Volgens buurtbewoner Nokoni Jonkers waren de afgelopen weken ook andere objecten doelwit van de vandalen. "Zo zijn er onder meer ook brievenbussen, bankjes en lantaarnpalen beschadigd", zegt hij. Jansen: "Los daarvan horen we ook steeds vaker meldingen van drugsoverlast."
De vernielingen vonden deze keer plaats op een basketbalveldje achter de plek waar het nieuwe onderkomen van openbare basisschool Bargeres is gebouwd, aan de Mantingerbrink. Een van de huurders van een bouwkeet: "Dit is voor ons heel zuur. Wij komen hier om ons werk te doen, maar als je dan zo'n ravage aantreft, sta je meteen met 2-0 achter."
Ook bij de wijkvereniging van Bargeres zijn die incidenten bekend. "We hebben inderdaad verschillende situaties gehad, maar we hebben nog niet de indruk dat dit een structureel probleem is", zegt voorzitter Jaap Bakker. Over de recente vernielingen van dit weekend, zegt Bakker: "Het is diep triest dat dit soort dingen gebeuren en andermans spullen worden vernield." De wijkvereniging heeft naar eigen zeggen korte lijntjes met de politie. "We doen altijd melding als dit soort situaties zich voordoen, in de hoop dat dit snel wordt aangepakt."
Wat Jansen betreft zou het goed zijn als er meer gesurveilleerd gaat worden in de wijk. "We hebben het vermoeden dat het gaat om een groepje jongens van ongeveer 14 tot 16 jaar oud."
Door: Wouter van Dijk