Tegen een 20-jarige man uit Emmen is een taakstraf van tachtig uur en een voorwaardelijke jeugddetentie van een maand geëist voor het geven van een schop tegen het hoofd van een man.

Dit gebeurde vorig jaar bij een club aan het Raadhuisplein in Emmen, toen twee broers buiten de deur gezet werden door de portiers omdat ze zich slecht gedroegen. Een van de broers kreeg klappen van de portiers en viel op de grond. Terwijl hij weerloos daar lag, kwam de verdachte aanrennen en gaf hij hem een schop tegen zijn hoofd. De officier van justitie noemde dit "een flinke voetbalschop". Het slachtoffer verloor hierbij twee tanden en zijn kaak brak op meerdere plekken.

Onvoldoende bewijs

De verdachte stond terecht voor poging tot doodslag, maar de officier van justitie oordeelde dat dit niet bewezen kon worden. Ook voor zware mishandeling ontbreekt volgens de officier het bewijs. Het slachtoffer had kort voor de schop al aanzienlijke klappen van de portiers gekregen. De officier merkte op dat niet duidelijk is waar de verdachte het slachtoffer precies heeft geraakt en met welke kracht. Daarnaast is het onduidelijk of het letsel door de verdachte is veroorzaakt of dat het al het gevolg was van eerdere slagen.

Om deze redenen vroeg de officier van justitie om vrijspraak voor de beschuldigingen van poging tot doodslag en zware mishandeling. Echter, hij vindt wel dat poging tot zware mishandeling kan worden aangetoond.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.