Nedersaksenlijn stap dichterbij door coalitieakkoord: 'Werk betaalt zich uit'

Het huidige trein- en busstation in Emmen. Foto: Rien Kort

De spoorlijn tussen Groningen en Enschede via Emmen moet er komen. Dat hebben de vier nieuwe coalitiepartijen PVV, NSC, VVD en BBB uitgesproken in hun coalitieakkoord 'hoop, lef en trots'. "Wij zijn hier heel erg blij mee. Niet alleen voor de Stichting Nedersaksenlijn, maar ook voor de hele regio", zegt Roel Barkhof, woordvoerder van de stichting.

In het coalitiekkoord op hoofdlijnen waar vannacht een klap op werd gegeven, is expliciet aandacht gegeven aan de spoorlijn. Deze wordt door de vier coalitiepartijen bestempeld als 'een van de prioritaire knelpunten in het OV-systeem'. "Bij spoorverbindingen wordt per regio bezien wat nodig is, waarbij niet alleen focus ligt op de grote steden. In de grensregio's is een goede aansluiting van spoorverbindingen met het buurland essentieel", schrijven de partijen.

Energieboost

Voor Barkhof en consorten voelt toevoeging aan het coalitieakkoord als kleine overwinning. "We hebben elkaar wel even virtueel op de schouder geslagen, dit is een mooi tussenstation", zegt hij met een knipoog. "Dit zinnetje op pagina 9 is ontzettend belangrijk voor de grensregio."

"Wij gaan uiteraard onze vreugde melden bij de partijen", vervolgt hij. "Dit is tevens een mooie energieboost om door te gaan. Het staat nu zwart op wit dat hij er moet komen, maar nu moet hij er ook nog echt komen. Daar moeten we als regio mee aan de slag met de stichting als aanjager en verbinder."

Volgens Barkhof is de komst van de Nedersaksenlijn cruciaal voor de regio. De spoorlijn speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van Noordoost-Nederland. Hij ziet ook dat gemeenten al voorsorteren op de realisatie van de spoorlijn. Zo wordt in Coevorden, Emmen en Stadskanaal al rekening gehouden met de komst van de spoorlijn bij het opstellen van woningbouwplannen.

Werk nog niet klaar

Dat de Nedersaksenlijn nu een prominente positie in het coalitieakkoord heeft gekregen, wil niet zeggen dat Barkhof en de zijnen nu achterover zullen gaan leunen. "Het was natuurlijk afwachten met zo'n stuk. We hadden wel hoop dat we kans maakten op een plekje. Het is nu zaak om permanent in contact te blijven met alle aprtijen zodat je op de agenda blijft staan", zegt hij.

"Maar we zijn pas echt tevreden als de eerste trein rijdt", vervolgt Barkhof. "We mikken consequent op 2030. Daar blijven we op focussen. Net als de gemeenten en provincies die heel hard aan het project hebben getrokken. Dit voelt als een beloning voor iedereen", besluit hij.