Kansenongelijkheid: Emmen in meeste gevallen 'koploper' in Drenthe

Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar het hoogste opleidingsniveau van ouders Foto: ANP/Coco Broeken

Hoe zit het in Drenthe met de kansengelijkheid? Het is afhankelijk van veel factoren of een kind in de ene gemeente net zoveel kans heeft op een goed leven als in de andere gemeente. Denk aan het onderwijsniveau van de ouders, de financiële slagkracht en de stabiliteit van het gezin. Het CBS heeft daar cijfers over gepubliceerd.

Aan de hand van inzichten uit de literatuur heeft de databank zeven indicatoren opgesteld die 'naar verwachting' samenhangen met kansenongelijkheid. Uit de daaraan gekoppelde data blijkt dat basisschoolkinderen in Emmen op de meeste indicatoren van alle gemeenten in Drenthe het hoogst scoren. Het gaat om cijfers uit 2022.

Onderwijsniveau belangrijk

Er werd bijvoorbeeld gekeken naar het hoogst behaalde onderwijsniveau van de ouders, omdat uit diverse onderzoeken is gebleken dat de opleiding van de ouders een belangrijke rol speelt bij resultaten van kinderen in het onderwijs. Landelijk heeft 10,4 procent van de ouders/verzorgers maximaal vmbo- of mbo-1-niveau. In Emmen gaat het om 11,6 procent van kinderen. Ter vergelijking: in Tynaarlo zijn het er duidelijk minder met 1,8 procent.

Op alle zeven indicatoren scoort Emmen hoger dan het landelijke gemiddelde. En op vijf daarvan is de gemeente 'koploper' van Drenthe. Het gaat naast het onderwijsniveau om de hoogte van het inkomen in het huishouden, ouders zonder recent arbeidsverleden, wisselingen bij ouders in het huishouden en of ouders recent verdachte zijn geweest van een misdrijf.

Assen ook 'koploper'

Emmen scoort dus niet overal het hoogst op, want op twee van de zeven indicatoren zijn de omstandigheden voor Asser kinderen minder gunstig. Zo wonen relatief de meeste kinderen in Assen in eenoudergezinnen. Ook zijn hier de meeste gezinnen met tenminste één ouder die ggz-zorg ontvangt of ggz-medicatie slikt.

Het is de bedoeling dat beleidsmakers uiteindelijk, onder meer met behulp van deze data, meer inzicht krijgen in factoren die samenhangen in kansenongelijkheid. Het CBS beseft dat de lijst niet 'uitputtend' is. Zo zijn de woonomgeving en de kwaliteit van het onderwijs buiten beschouwing gelaten. Maar volgens de databank geeft het wel een 'globaal beeld' van ontwikkelingen en regionale verschillen.

De Drentse gemeenten staan bij geen enkele indicator in de landelijke top tien.

Dit is een artikel van