De gemeente mag de bezwaren tegen de komst van een distributiecentrum bij Oranjedorp naast zich neerleggen. Dat adviseert de onafhankelijke bezwarencommissie het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Het gebouw wordt 14 meter hoog en 400 meter lang en bevindt zich op nog geen 100 meter van de bebouwing. Omwonenden vrezen aantasting van hun woongenot, de veiligheid en negatieve gevolgen voor flora en fauna.
Een groepje dorpsbewoners toog daarom in juni naar de bezwarencommissie in een poging om de komst van deze 'Berlijnse Muur' af te wenden. Het gebouw komt aan de Alexander Bellstraat op Bedrijvenpark A37, dat tegen Oranjedorp aan ligt.
De commissie loopt in haar oordeel alleen tegen zaken aan omtrent archeologisch onderzoek en reclame-uitingen aan het pand. Hiervoor dient de gemeente nieuwe voorschriften op te stellen. Het gaat om bescheiden aanpassingen en in ieder geval geen reden om de vergunning in te trekken, oordeelt de commissie.
Zo vallen de oppervlakte van het distributiecentrum en de afstand tot de erven van de omwonenden keurig binnen de lijnen van de geldende Beheersverordening, stelt de commissie.
Bewoners brachten destijds in dat er op basis van het bestemmingsplan en de beheersverordening uitgegaan mocht worden van een terrein met veertig tot vijftig bedrijfsgebouwen, op kavels met een omvang van circa twee hectare. Wat betreft de inrichting van het terrein zou het accent volgens deze documentatie komen te liggen op veel groen en een open karakter.
Het plan van het bedrijf Solidiam beslaat een veel groter oppervlak en past daardoor niet binnen de uitgangspunten voor het terrein. De commissie snapt dat het beeld zoals dat geschetst is niet aansluit op het plan van Solidiam. Maar de bezwaarmakers baseren zich hierbij op wat beschreven staat in de toelichting bij de beheersverordening.
De gemeente heeft zich bij het afgeven van de vergunning gebaseerd op de inhoudelijke bepalingen van die verordening. En daarbij bleef de gemeente binnen de lijntjes, aldus de commissie.
De inwoners brachten verder in dat het plan niet voldeed aan de omgevingsvisie van de provincie en de milieunormen. Volgens de commissie gaat dat eerste niet op in dit geval ('niet bindend voor de gemeente') en voldoet het plan aan de belangrijkste milieu-eisen.
De commissie verwacht wel dat omwonenden last gaan krijgen van een verminderd uitzicht en geur,- licht- en geluidshinder. Maar ook dit zijn geen gronden voor weigering, aldus de commissie.
De klacht dat de omwonenden pas laat actie konden ondernemen tegen de plannen (zij kregen de stukken pas in april binnen), was ook geen steekhoudend argument. De commissie vindt dat omwonenden ondanks alles voldoende tijd hebben gehad om bezwaar in te dienen.
De bezwarencommissie stuurt hun advies aan het college van burgemeester en wethouders. Het college beslist vervolgens of zij dat advies opvolgen of niet.