De gemeente Emmen gaat subsidie beschikbaar stellen aan woningeigenaren voor het doen van bodem- en funderingsonderzoek, als er een vermoeden is van bodemdaling en schade aan de woning. In eerste instantie reserveert Emmen hier 200.000 euro voor.
Dat maakte wethouder René van der Weide vanavond bekend tijdens een informatiebijeenkomst in Nieuw-Amsterdam. Vanuit de gehele gemeente kwamen de afgelopen jaren ruim 140 meldingen binnen van schade aan woningen, mogelijk veroorzaakt door bodemdaling.
"Dit geld is bedoeld voor onderzoek naar fundering en de grond", zegt Van der Weide. "Het is wel gebleken dat iedere situatie hier zo specifiek is, dat je geen algemene conclusies kunt trekken. Het zijn kostbare onderzoeken. Je bent zo 10.000 euro verder. Wij willen 75 procent daarvan vergoeden en 25 procent moeten mensen zelf betalen. Mensen maken zich echt zorgen, we willen op een goede manier ondersteunen."
Voorwaarde hiervoor is wel dat er vooraf een afgestemde onderzoeksaanpak wordt opgesteld en dat de onderzoeksresultaten aan de gemeente Emmen beschikbaar worden gesteld. De overheden (gemeente Emmen, provincie Drenthe en waterschap Vechtstromen) willen met deze onderzoeken ook inzicht verkrijgen in de stand van zaken in het gebied.
"Het wordt gemeentebreed ingezet", vervolgt de wethouder. "Uiteindelijk zijn wij zelf ook wel benieuwd hoe groot en hoe specifiek het is. Is het veel breder? We hopen ook met deze informatie en de onderzoeken die je doet, dat dat ons ook weer helpt in de toekomst." Van der Weide hoopt dat de subsidie rond de zomer beschikbaar is.
Ook sluit Emmen zich aan bij het fonds duurzaam funderingsherstel. Mensen die na een onderzoek hun woning moeten aanpassen en dit niet kunnen betalen, kunnen een lening afsluiten bij het fonds.
Onderzoeksbureau Fugro heeft de afgelopen twee jaar nader onderzoek gedaan naar de ernst en omvang van de schade aan de woningen. Van de 140 meldingen bleken er uiteindelijk veertien nog geschikt te zijn voor nader onderzoek. Bij deze meldingen zijn voldoende gegevens beschikbaar om dit uit te kunnen voeren, legde Robin Lomulder, senior adviseur hydrologie uit, aan de tientallen omwonenden.
"Een groot aantal meldingen heeft een constructieve oorzaak", zegt Lomulder. Bij drie van de veertien meldingen gaat het om cosmetische schade. Wel stelt Lomulder dat de panden met constructieve schade vaak gebouwd zijn tussen 1900 en 1940. Van één melding is grondonderzoek beschikbaar.
Fugro beveelt de overheden aan dat grondonderzoek nodig is om een direct verband met bodemdaling vast te kunnen stellen. Maar ook dat het bewoners perspectief moet bieden en kennis moet vergaren over de werking en interactie van bodem en het watersysteem.
"We hebben veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren", antwoordt wethouder Van der Weide daarop. "Ik kan me voorstellen dat niet alle zorgen en vragen beantwoord zijn. Dat is ook de worsteling van de overheden. We kunnen wel een vervolgvraag gaan formuleren maar gaat deze dan ook leiden tot een zinvol antwoord?"
Ook het waterschap Vechtstromen heeft de afgelopen twee jaar vervolgonderzoek gedaan. Uit het eerste onderzoek van Fugro bleek dat er grootschalig grondwater onttrokken wordt uit het gebied. Waar dit precies vandaan kwam, werd destijds niet duidelijk.
Waterschap Vechtstromen kon vanavond vertellen dat er 56 bronnen in het gebied zijn aangetroffen en 27 pompen. "De pompen rouleren door het gebied", vertelde Josien Wannink van het waterschap. "Niet alle bronnen worden tegelijkertijd gebruikt." Ook zijn er meer bronnen voor de landbouw in gebruik dan voor de glastuinbouw. Dit in tegenstelling tot de eerdere conclusies in 2021.
Iedereen die grondwater onttrekt, moet daarvan een melding maken bij het waterschap. Vorig jaar kwamen er twintig meldingen bij Vechtstromen binnen. "Van de exacte hoeveelheid die onttrokken is in het gebied, hebben we geen totaalbeeld kunnen krijgen", aldus Wannink. Volgens haar heeft dit te maken met de capaciteit bij het waterschap en de daarom gekozen controlemethode.
Het grondwaterpeil en het ontbreken van een totaalbeeld, leidden bij inwoners van Nieuw-Amsterdam en Erica tot ergernis en woede. Zij vinden dat het waterschap teveel achterover leunt. "Waarom wordt er twee jaar voor een onderzoek uitgetrokken?", vraagt een inwoner. "Ik mis het gevoel van urgentie bij het waterschap. Realiseren jullie je wel hoe belangrijk dit is? De bodem zakt letterlijk onder onze voeten weg. En jullie zakken achterover in de leunstoel. Een halfjaartje meer of minder lijkt niet uit te maken."
"Wanneer is geconstateerd dat dit aan de hand is?", zegt een andere vrouw in de zaal. "Waar is het waterschap de afgelopen tien jaar geweest?" Een andere inwoner zegt dat hij in 2007 al aan de bel getrokken heeft bij het waterschap over het grondwaterpeil en schade aan zijn woning. "Het waterschap laat mij in de steek."
Volgens inwoners laat het waterschap de oren te veel hangen naar de agrariërs in het gebied. "Met alle respect voor de agrariërs, maar moet voor een enkele boer in het gebied, zoveel schade bij huizen veroorzaakt worden? Ik denk dat het waterschap van versnelling één naar versnelling vijf moet. Het is heel gemakkelijk om je te verschuilen achter een combinatie van factoren."
Volgens bestuurder Nettie Aarnink van waterschap Vechtstromen ligt het niet zo gemakkelijk. "Het onderzoek van ons bevestigt ook weer dat er geen één op één relatie te leggen is tussen grondwateronttrekkingen en de schade aan de woningen. Dat is een probleem waar we nog steeds mee zitten. Het is geen fijn bericht voor de bewoners, maar wel de realiteit."
Andere omwonenden maken zich zorgen over de mogelijke afvalwaterinjectie van de NAM in het gebied, die de inwoners rond Schoonebeek boven het hoofd hangt. De overheden gaan met een vertegenwoordiging van tien inwoners verder praten over de behoeften die er nu nog liggen als het gaat om vervolgstappen en -onderzoek. "Het boek gaat zeker niet dicht nu", belooft wethouder Van der Weide. Ook benadrukt hij dat hij verder in gesprek gaat met zowel de provincie als waterschap Vechtstromen.
Josien Wannink, Nettie Aarnink en René van der Weide luisteren naar de zaal Foto: Janet Oortwijn/RTV Drenthe