Scholen die lesgeven aan jonge vluchtelingen kunnen financieel een flinke tik krijgen, zo schrijft Trouw. Onderwijsachterstanden die veel vluchtelingen oplopen, komen namelijk op het bordje van de scholen terecht, als de overheid niet ingrijpt.
"Als er niets verandert, gaan we dat over anderhalf tot twee jaar zeker merken", zegt Karin Zwiers, directeur van de Internationale Schakelklas (ISK) in Assen, onderdeel van het Dr. Nassau College.
Voor elke vluchteling wordt een speciaal bedrag door het het ministerie van Onderwijs beschikbaar gesteld. Een kind kan dan twee jaar naar school. Die tijd is doorgaans nodig bij een jonge vluchteling, voordat hij of zij het reguliere onderwijs in kan stromen.
Probleem is alleen dat dat bedrag gelijk vrijkomt op het moment dat de vluchteling voet in Nederland zet. En dus niet pas vanaf het moment dat het kind voor het eerst naar school gaat.
In veel gevallen kan een jonge immigrant niet gelijk naar school, omdat er lang niet overal plek is. Zo is er bij de ISK in Assen een leerlingenstop. "Bij ons staan de kinderen twee tot drie maanden op de wachtlijst", legt Zwiers uit. "Stel dat wij een leerling na de zomervakantie kunnen plaatsen, dan is het kind bijvoorbeeld al acht tot negen maanden hier."
Dat betekent dat die maanden waarin het kind nog geen les krijgt, al wel meetellen. "Als het kind dan na de zomer begint, is er nog maar ruim een jaar aan financiering over, omdat het kind dan twee jaar in Nederland is", verzucht Zwiers. "Maar zo'n kind is nog niet uitgeleerd bij ons." De resterende tijd moeten de ISK's dan uit eigen zak betalen.
Financiële problemen zijn er nu nog niet, maar om die voor te zijn trekken de ISK's nu alvast aan de bel. "Er is een grote groep in Nederland die dit type onderwijs nodig heeft. Als het niet anders wordt, moet je op termijn snijden in je personeelsbestand. Of je moet werken met grotere klassen."
Zwiers houdt goede hoop dat het beleid in Den Haag verandert. "Ik kan me niet voorstellen dat het echt zo ver komt, maar ik krijg nog weinig signalen dat ze er wat aan doen."
Tekst gaat verder onder de foto
Directeur Karin Zwiers van de ISK Assen Foto: RTV Drenthe / Margriet Benak
Ook in de regio Emmen zijn vooralsnog geen financiële problemen. "Je bent steeds bezig met brandjes blussen", vertelt Bertha Sandker, die namens vijf scholen in de regio het woord voert, zoals het Carmel College en het Hondsrug College. In december was er nog een wachtlijst met achttien kinderen, maar konden ze nog twee nieuwe klassen creëren. "Die lopen nu ook helemaal vol. Er zijn nog maar twee plekjes."
Kortom: ook in Emmen is de situatie nijpend. "Kinderen die in een asielzoekerscentrum wonen, hebben soms maar een half jaar les bij ons voordat ze weer verhuizen. Als je als kind pech hebt en verhuist naar bijvoorbeeld Assen, kom je op een wachtlijst omdat daar een leerlingenstop is. Als je na de zomer aan de beurt bent, tellen al die maanden wel door", verwijst ze naar wat haar collega Zwiers ook zegt.
Sandker en Zwiers voorzien veel problemen, als er niet op tijd wordt ingegrepen. "In Emmen worden ook weer honderden Oekraïense vluchtelingen opgevangen. Die kinderen moeten ook ergens terechtkunnen", waarschuwt Sandker.
Zwiers sluit zich daar bij aan. "In Diever en Vledder worden vanaf april tientallen jongeren ondergebracht. Ik voorzie nu al dat er straks geen onderwijs voor ze is."
Tekst gaat verder onder de foto
In Drenthe zijn ISK's in Assen, Emmen en Hoogeveen, te zien op deze foto Foto: RTV Drenthe / Vera Beuke
Volgens Zwiers had het ministerie de problemen ook kunnen zien aankomen. Volgens haar is het zogeheten nieuwkomersonderwijs lange tijd verwaarloosd. Nu de vluchtelingenstroom flink is toegenomen - zeker door de oorlog in Oekraïne - kun je de belofte vaak niet waarmaken dat een kind binnen twee weken naar school gaat. "De brief die we gisteren hebben gestuurd is al de derde of vierde oproep."
Juist voor zulke kwetsbare kinderen is onderwijs essentieel, vindt Zwiers. "Het is schrijnend om te zien, maar kinderen hebben er echt last van als ze niet naar school gaan", beschrijft ze. "Ze zijn daar met leeftijdsgenoten en hebben structuur. Een school is een prettige plek, waar ze gewoon kind kunnen zijn. Het ministerie moet echt in actie komen."
Het belang van het kind staat nu niet voorop, vindt ze. "Maar de oproep die we hebben gedaan gaat ook over het gesleep met kinderen. Je ziet dat leerlingen pas na anderhalve maand een beetje landen op school. Ze maken vrienden, ze voelen zich goed en ze pikken de taal op. En dan zeggen ze ineens dat ze morgen verhuizen naar Katwijk of Budel."