Vanaf zijn zestiende loopt Harry Kiewiet het liefst door de weilanden en velden en helpt onderweg vogels en andere dieren waar hij kan. Inmiddels maakt hij deel uit van de weidevogelbeschermers. En hij is oprichter van de ijsvogelwerkgroep van Het Stroomdal, de regionale natuurvereniging, het is zijn grote passie. Vandaag heeft hij om die reden een oorkonde en wisseltrofee ontvangen van Water Natuurlijk. De grootste partij binnen Waterschap Vechtstromen.

“Ieder moment dat ik vrij ben loop ik de diverse locaties af voor onderhoud, maak ik foto’s en filmpjes en ben ik aan het monitoren of alles goed gaat”, zegt Kiewiet. “In het dagelijks leven ben ik buschauffeur, maar dit is mijn echte werk.”

Broedwanden

Door zijn tomeloze inzet zijn er inmiddels dertien locaties in gemeente Coevorden waar ijsvogels kunnen broeden. Afgelopen jaar vlogen er daardoor meer dan 50 jonge ijsvogels uit de door hem gemaakte broedwanden. De reden waarom de vogelkenner zo druk is met maken van broedlocaties voor de ijsvogel is omdat er maar weinig broedlocaties zijn in Nederland.

"De broedwanden moeten oeverwanden zijn en kaarsrecht en daar zijn er maar weinig van", legt Kiewiet uit. “De meeste wanden aan het water zijn schuin, zodat er gemaaid kan worden.” Samen met Waterschap Vechtstromen, de gemeente Coevorden en het Stroomdal vindt hij de goede locaties en wordt er geld vrijgemaakt voor de aanleg voor broedwanden voor de ijsvogel.

'Niet weer over die vogel beginnen'

Vervolgens graaft de vogel een tunnel en een broedhol uit waar de eieren gelegd worden in de wand. "Het is bijzonder om te zien hoe ze dat doen." De reden waarom Kiewiet zo onder de indruk is van de ijsvogel kan hij moeilijk onder woorden brengen. “Het is gewoon bijzonder, de kleuren zijn tropisch blauw oranje en wit en het beestje kan wel tachtig kilometer per uur vliegen.”

Zijn familie heeft inmiddels genoeg van het gepraat over ijsvogels lacht hij. “Ze zijn trots op me en vinden het leuk voor me dat ik een passie heb, maar elke keer als we naar een verjaardag ofzo gaan, dan zeggen ze: alsjeblieft niet weer over die vogel beginnen.”