Een inkoppertje, om het maar in voetbaltermen uit te drukken. Lang nadenken hoefde Eric van Oosterhout niet bij de vraag of hij nog eens zes jaar door wil als burgervader van Emmen. Datzelfde ging op voor de gemeenteraad en een verzoek tot verlenging ligt inmiddels in Den Haag. In de aanloop naar die te verwachten beëdiging van de Emmer burgervader in maart volgend jaar alvast een blik terug.
Voor Van Oosterhout ligt het heel simpel. Het burgemeesterschap, dat is gewoon een hele leuke baan. "Geen dag is hetzelfde, het kan maar zo van een lach naar een traan en omgekeerd gaan. Ik heb er wel eens een column over geschreven met als titel 'patat met slagroom'. Er komt werkelijk van alles bij elkaar."
In de tweede plaats is de klus voor hem nog niet geklaard, aldus Van Oosterhout. Sinds twee jaar tuimelt Nederland van de ene crisis in de andere. Corona, energielasten, wonen, inflatie, boze boeren en de opvang van asielzoekers en vluchtelingen. Zaken waar de gemeente de handen nog vol aan heeft en waar Van Oosterhout niet van wil weglopen. De tweede helft van zijn eerste termijn, hij begon in 2017, staat in dan ook scherp contrast met de eerste helft.
Emmen had net het immense Atalanta-project achter de rug met onder meer de verhuizing van het theater en de dierentuin en het nieuwe Raadhuisplein. Het was daarna even zoeken naar een nieuwe agenda voor het college. Vanaf 2020 vond het werk echter de gemeente, te beginnen met de coronacrisis, gevolgd door andere ellende.
"Ik kan me geen periode herinneren waarbij zich zoveel problemen achter elkaar opstapelden", aldus Van Oosterhout. Crises zetten een samenleving onder druk en onderlinge discussies op scherp. Lontjes worden korter en meningen worden harder.
Het is ook Van Oosterhout niet ontgaan. "Het kan er best hard aan toe gaan binnen de samenleving. Als ik mijn gelijk niet krijg, dan klap ik er meteen op: dat soort geluiden passeren de revue soms. Het lijkt of we soms niet meer in staat zijn om naar elkaar te luisteren." Het maakt het bezweren van de problemen er niet makkelijker op, weet hij.
De spanningen gaan ook nog eens gepaard met oplopende verschillen binnen de maatschappij, bijvoorbeeld tussen lage en hoge inkomens. "De meest kwetsbare inwoners binnen onze gemeente hebben het al moeilijk. Mocht er een recessie aankomen, dan krijgt een aanzienlijk deel van onze inwoners het zwaar. Voor ons heeft dat de komende jaren de topprioriteit."
Met beide trends, de verharding binnen de maatschappij en de sociaaleconomische problemen, krijgt elke burgemeester het straks druk. En in Zuidoost-Drenthe misschien nog wel meer, denkt Van Oosterhout.
Een van de belangrijkste taken die hij voor zichzelf ziet weggelegd is dan ook die van verbinder. De persoon die al die verschillende geluiden aanhoort en waar mogelijk nader tot elkaar brengt. "Ik zie dat die rol steeds belangrijker wordt. Want als burgemeester ben je naar mijn idee meer dan een voorzitter van een raad en een college. Als boeren voor het gemeentehuis staan te protesteren, dan ga ik naar buiten en biedt ik ze een kop koffie aan. De crisis is daarmee niet bezworen, maar het begin van elke oplossing start met een gesprek. Optrekken naar het Malieveld, dat zijn de dingen die dan juist niet helpen."
Verbinding is dus een leidraad voor Van Oosterhout en de gemeente. Het is dan jammer dat de band met de kiezer in dat opzicht achterblijft, zegt hij. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van dit jaar bleef de opkomst steken onder de 50 procent. Bij voorgaande verkiezingen sputterde het ook wat betreft de opkomsten.
Al met al een zorgelijke ontwikkeling, aldus Van Oosterhout. Er loopt inmiddels een onderzoek naar de oorzaken. "Bij verkiezingen draait het om geloof in de politiek en ik krijg de indruk dat die aan verval onderhevig is. Dat mensen in toenemende het gevoel krijgen dat een tocht naar een stembureau hun niet gaat helpen."
Dat is jammer, vindt hij, aangezien de gemeente echt kan helpen bij het verbeteren van de leefsituatie. "Het bezweren van bijvoorbeeld een wooncrisis, dat zal echt van de politiek moeten komen."
Een kritische noot die Van Oosterhout wel eens heeft meegekregen, is dat het soms lijkt of hij iedereen te vriend wil houden. "Als ik met iemand praat, dan wil dat niet zeggen dat ik diens mening deel. Als ik met een geel hesje spreek, dan betekent dat niet dat ik er een aan heb. Je kunt dit soort gesprekken ook uit de weg gaan. Sommige burgemeesters doen dat, maar ik wil weten wat mensen beweegt. De kunst is om in het midden te blijven."
Van Oosterhout staat in dat opzicht te boek als zeer benaderbaar. De deur staat altijd open. Vorig jaar werd de burgemeester met andere kant van die medaille geconfronteerd. Hij en zijn familie werden toen bedreigd door een inwoner uit de gemeente. Het kwam uiteindelijk tot een rechtszaak.
Van Oosterhout: "Bedreigingen richting het openbaar bestuur zijn helaas toegenomen de laatste jaren. Of ik het zelf ook meer merk? Dat wil ik niet zeggen. Maar het steekt met een zekere regelmaat de kop op, ja."
Je moet dan ook niet naïef zijn als je je in burgemeestersland begeeft, aldus Van Oosterhout. "Want er lopen nou eenmaal gekkies rond. Ik lig er wel eens wakker van. Niet van de bedreigingen, maar waar het naartoe gaat."
Hij verwijst onder meer naar het sluiten van het clubhuis van No Surrender in 2017. Toenmalig interim-burgemeester Bouke Arends dook toen onder vanwege bedreigingen die hij ontving. "Dat speelde rond de tijd dat ik geïnstalleerd was. Beveiliging stond met karabijnen rond het gemeentehuis op wacht. Ik dacht nog: waar ben ik beland?" Maar onveilig voelt hij zich niet. "Ik woon en werk in een warme omgeving. Ik heb niet het gevoel dat me iets kan overkomen."
Artikel gaat verder onder de foto:
Veiligheid is overigens een belangrijk onderdeel van de portefeuille van de burgemeester. Wat door de jaren is opgevallen is een zekere terughoudendheid om op dat vlak groots uit te pakken. Van Oosterhout heeft altijd aangegeven niet een soort sheriff te willen worden met (te) vergaande bevoegdheden. Zoiets schuurt met de andere petten die de burgemeester op heeft, vindt hij.
"Je dreigt dan een soort verkapt hoofd van de politie te worden. Maar ik ben ook burgervader en een politiek bestuurder. Als op een vlak de bevoegdheden enorm worden uitgebreid, dan wordt het ingewikkeld om die andere taken ook uit te kunnen voeren. Bovendien kunnen we de hele gemeente volgooien met camera's en een wapen drukken in de hand van elke boa. Maar verhoogt dat het veiligheidsgevoel? Het roept volgens mij eerder het tegenovergestelde op. Laten we daarom beide benen op de grond houden en het klein houden."
Stevige taal uitte Van Oosterhout wel bij de opvangcrisis rondom het aanmeldcentrum in Ter Apel. Emmen was een van de gemeenten die mensen opving die daarvoor buiten voor de poort van het azc moesten slapen omdat er binnen geen plek meer was. Zelfs Artsen Zonder Grenzen zag zich genoodzaakt bij te springen.
"Een gotspe", kijkt Van Oosterhout terug. "Dat is iets om echt heel boos op te worden." Volgens hem ligt het niet zo ingewikkeld. "Het begint met 344 gemeenten die even bokkie moeten staan. Maar als de hele straat moet eten, dan is het handig dat ik niet de enige ben die een pan soep op heb staan." Van Oosterhout doelt daarbij op gemeenten die weigerden dat extra tandje bij te zetten. "Iedereen moet bijdragen", vindt hij.
De vervulling van de wens van Van Oosterhout lijkt dichterbij te zijn gekomen door de nieuwe asielwet, die gedwongen opvang bij gemeenten mogelijk maakt.
Wel zijn er grenzen, aldus Van Oosterhout. Er volgde een resoluut 'nee' tegen de vraag vanuit Den Haag om een nieuw aanmeldcentrum te vestigen binnen de gemeente. "Omdat Emmen dicht bij Ter Apel ligt, kan het een soort filiaal worden van Ter Apel, leek de gedachte. Logistiek en geografisch kan ik dat begrijpen. Maar vanwege onze nabijheid en hetgeen wat we al hebben bijgedragen, zou Emmen moeten worden overgeslagen, vonden wij."
Naast alle crises en moeilijke momenten, waren er gelukkig ook lichtpuntjes. Als fervent voetballiefhebber mocht hij tweemaal de promotie van FC Emmen meemaken. "Het was heel toevallig. Net toen het crescendo met de club ging, werd ik burgemeester. Niet dat daar een verband ligt, hoor", lacht hij. "Het gaat ook niet om mij. Maar ik zie wat het doet met de inwoners zelf. Je hoeft geen voetballiefhebber te zijn om te zien wat voor een effect dat teweeg bracht. Het gaf mensen echt het gevoel van: we horen erbij. We zijn niet meer het lelijke eendje. Het heeft Emmen wel een boost gegeven."
Een paar bijzonder momenten rondom de feestelijkheden van FC Emmen waren die met de twaalfjarige Jasmijn Nijhuis. Van Oosterhout ontmoette haar tijdens het kampioensfeest. Jasmijn heeft botkanker en werd daarvoor dit voorjaar geopereerd. Van Oosterhout sprak af dat als hij iets voor haar kon betekenen, dat ze maar moest bellen. Dat telefoontje volgde: ze wilde samen met de burgemeester graag naar de wedstrijd tegen ADO Den Haag. Van Oosterhout kijkt ook daar met plezier op terug. Een paar weken geleden sprak hij haar nog. "Ze vertelde me dat het de goede kant op gaat."
Waar er bij de situatie van Jasmijn nog sprake was van hoop, was dat anders in december 2017. Van Oosterhout, nog geen jaar burgemeester, stond als een verslagen man bij de puinhopen van een brand in Emmerhout. Het drama eiste de levens van twee jonge kinderen.
Het was een van de meest dramatische momenten als Emmer burgervader. Zijn ogen worden alweer vochtig als hij er aan terugdenkt. "Een vreselijk moment. Een aantal brandweermannen die er rondliepen, liepen er ook verbijsterd rond." Vanaf dat moment drong het eens te meer tot hem door dat ook dit onderdeel is van de job als burgemeester. "Als er iets ergs gebeurt, bijvoorbeeld iemand die voor een trein springt, dan word ik gebeld. Het hoort er bij. Maar het blijft lang spoken in je hoofd. Iedere keer." Het zit inderdaad besloten in de baan: van een lach naar een traan.
Voor de komende zes jaar wil Van Oosterhout in ieder geval het ambt, en alles wat daarbij komt kijken, graag weer opnemen. Als inwoner van de gemeente kijkt hij echter al verder. "Ik heb zo'n prettig gevoel bij deze gemeente, ik kan hier wel 100 worden."