Op 13 november 1972, nu 50 jaar geleden, raast een zware storm over Nederland. Negen mensen worden dodelijk getroffen van wie één in Drenthe, daken vliegen door de lucht en gaan zo'n zeven miljoen bomen om.
Honderden mensen raken dakloos en het verkeer wordt totaal ontwricht door de omgewaaide bomen. Het is een van de zwaarste stormen die Nederland ooit heeft getroffen en vooral Drenthe wordt zwaar geraakt.
RTV Drenthe zendt daarom vanavond en morgen een documentaire uit over die storm en wat het voor Drenthe heeft betekend. Eén van de sprekers uit de documentaire is hobbyfotograaf Gauke Zijlstra uit Emmen.
In Emmen is de ravage groot. Zijlstra neemt die dag speciaal een vrije dag om de verwoestingen te fotograferen. Vooral in het centrum liggen veel bomen om.
"Je zou het bijna ramptoerisme kunnen noemen, maar ik ben een Emmenaar van oudsher en dan raakt dat je. Zulke dikke bomen gewoon geknakt. In het winkelcentrum was een heleboel glas kapot, waren ze de winkels aan het dichtmaken met multiplex, er stonden grote groepen mensen glas te vegen."
Na zijn fotosessie in het centrum van Emmen besluit Zijlstra de Emmerdennen in te gaan. Hij klautert daar over bomen en takken. "Het pad waar je normaal 10 minuten over loopt, ik deed er wel een uur over. Voor mijn gevoel was het een heel lange weg."
De fotograaf kan zich niet herinneren dat hij op die dag ook andere mensen is tegengekomen. "De volgende dag las ik in de krant dat mensen van Staatsbosbeheer het te gevaarlijk hadden gevonden om hier de bossen in te gaan. Dat las ik pas toen ik al terug was uit het bos, ha ha."
Zijlstra won met zijn stormfoto's de tweede prijs van een fotowedstrijd van Staatsbosbeheer. Toch houdt hij een dubbel gevoel over aan die dagen.
"Ik vind het leuk dat ik die foto's allemaal heb gemaakt, maar ik had liever gehad dat het niet zo kapot gegaan was allemaal. Dat deed toch zeer hoor, die grote lege plekken in het bos. Er zijn wel nieuwe bomen gekomen, maar het is niet meer zoals toen."
Vooral de bossen in Drenthe kregen een enorme klap. In totaal werd in ons land 930.000 kubieke meter hout geveld, daarvan lag bijna de helft in Drenthe. De storm vernielde in heel Nederland minstens 2500 hectare en 10.000 tot 15.000 hectare liep matige tot zware schade op. Ook in Noordwest-Duitsland ging een grote hoeveelheid bos tegen de vlakte. Door de grote novemberstorm was in een keer vijftien keer de jaarhoeveelheid naaldhout beschikbaar. (bron: Jacob Kuiper)
Een van de blijvende herinneringen aan de storm is een stukje bos tussen Exloo en Borger, op de kaart staat het zelfs als stormbos ingetekend." Het levert een mysterieus stukje bos op. Boswachter Linde Veldhoen vertelt dat Staatsbosheer er bewust voor heeft gekozen om de omgewaaide bomen te laten liggen. Doordat het hout is blijven liggen zijn er in de laatste vijftig jaar bijzondere effecten ontstaan.
"Die bijzondere effecten zagen we eigenlijk al heel snel, hiervoor was de boommarter in dit deel van het bos nog niet, toen het hier een mikado was van boomstammen, toen kwam de boommarter hier en de reeën konden hier hun beschutting vinden. Dus er kwamen direct heel veel dieren op af, die hier veilig konden verblijven. En nog steeds gebeurt dat."
Er zijn ook plekken in Drenthe waar de omgewaaide bomen weer zijn herplant. Zoals in Gees. Dit werd mogelijk gemaakt door een actie van de RONO (destijds de regionale omroep van Noord-Nederland). Er werd 17-duizend gulden ingezameld en daarmee werden 35-duizend nieuwe bomen geplant. Een bos vol bomen heette de actie. En niemand minder dan Bartje plantte een van de eerste bomen van het bos. Hij deed dat samen met schoolkinderen.
Er werd zelfs een speciaal lied voor gemaakt door mevrouw De Smid uit Groningen. Schoolkinderen mogen het voordragen. "'t Is vandaag een dag vol vreugde, want er wordt weer bos geplant. En een deel van deze arbeid wordt verricht door onze hand. Daarom zing ik blij vandaag. Kleine boom ik plant je graag. Kleine boom ik plant je graag."