“We proberen er elk jaar een feestje van te maken. Het plezier in lezen moet worden aangewakkerd.” Anouk Haddering is educatiemederwerker bij Facet Emmen en regelt activiteiten bij zowel Facet als op de basisscholen. “De Kinderboekenweek is heel belangrijk. Het is misschien een open deur, maar alles begint met lezen.”
Tijdens de Kinderboekenweek, die dit jaar het thema Gi-Ga-Groen heeft, staat jaarlijks in het teken van enthousiasmeren van kinderen om te gaan lezen. Niet alleen door met boeken bezig te zijn, maar ook door andere dingen waar taal bij nodig is. “Lezen draait om veel meer dan alleen letters. Het gaat om verbeelding en begrijpen”, vindt ze.
Zo zijn er dit jaar voorstellingen waarbij een prentenboek centraal staat en zijn er voor de leerlingen van groep vijf tot en met acht verschillende workshops, waaronder fotografie. “Dat lijkt in eerste instantie misschien weinig met taal te maken te hebben, maar lezen gaat bijvoorbeeld ook om het begrijpen van opdrachten.”
De leuke activiteiten moeten volgens haar bijdragen aan het motiveren van kinderen om af en toe een boek uit de kast te pakken. Al jaren is er een dalende trend te zien in het aantal kinderen dat leest. “Dat proberen we natuurlijk te kenteren, maar het suddert helaas al heel lang”, zegt Haddering. “Het is lastig om dat te doorbreken. In Emmen zijn helaas ook meer kinderen laaggeletterd dan in andere delen van het land.”
Dat enthousiasmeren van de leerlingen proberen ze ook bij de Dreske in Roswinkel. Zo zijn er voorstellingen en is de ingang ingericht in de themakleuren van dit jaar. Om iedereen meteen helemaal in het thema te krijgen werd de Kinderboekenweek met de hele school afgetrapt met een dansje op het plein.
“Van de jongsten tot de laatstejaars, iedereen stond mee te dansen met het Kinderen voor Kinderen liedje dat speciaal voor dit jaar is geschreven”, zegt Dekker. De gezamenlijke aftrap, waarbij de kinderen in het groen verkleed mochten komen en ook even hun outfit mochten showen
Ze vindt dat er niet alleen naar het lezen moet worden gekeken, maar ook naar de manier waarop dat wordt aangeleerd. “Er zijn heel veel testen waarbij wordt getoetst hoe snel kinderen kunnen leren, maar volgens mij moet het vooral gaan om het goed lezen.”
Dat doe je volgens haar niet alleen met de verplichte methodes, maar door met de kinderen te kijken naar wat ze leuk vinden. “Moet je leerlingen die moeite hebben met lezen of het niet leuk vinden perse de verplichte boeken laten lezen of kan je met ze opzoek naar onderwerpen die ze interessant vinden?”, vraagt Dekker zich af.
Ook proberen ze op school op te vangen dat er thuis minder wordt gelezen. “Door veel voor te lezen en er veel tijd voor in te plannen proberen we het gat te dichten dat er ontstaat als er thuis niet wordt gelezen”, legt ze uit.
Dat thuis lezen is volgens Haddering heel belangrijk. “Als je de teruggang in het aantal lezende mensen wil stoppen moet je vroeg beginnen met lezen”, zegt ze. Daarom is de bibliotheek aangesloten bij de VoorleesExpress. “Een vrijwilliger gaat bij een gezin voorlezen én met de ouders in gesprek over hoe je het lezen weer in huis kan krijgen.” Na twintig weken draagt die vrijwilliger het stokje over aan de ouders. “We willen beginnen met het leesplezier op te bouwen. Het niveau komt veel later pas.