In Borger klonk vandaag om 14.00 uur het taptoesignaal. Twee minuten lang was het stil bij het herdenkingsmonument aan de Torenlaan. Het dorp herdacht de bevrijding van Nederlands-Indië en het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Het was de derde keer dat in Borger een herdenking werd gehouden na een initiatief van Teja van Geenen. Zij maakte speciaal voor de herdenking een kunstwerk. "Dat kon ik maken omdat ik tijdens de coronatijd een subsidie kreeg van de provincie. Daarna heb ik contact gezocht met de gemeente om te kijken of we een herdenking konden organiseren en nu staan we hier voor de derde keer."
Na twee ingetogen corona-edities was er nu wat meer mogelijk. Tientallen mensen kwamen naar het monument, onder wie wethouder en locoburgemeester Bernard Jansen. In zijn speech riep hij op nooit te vergeten om naast 4 en 5 mei ook aandacht te schenken aan het einde van de Tweede Wereldoorlog op 15 augustus. Vervolgens legde hij samen met Van Geenen een krans bij het herdenkingsmonument.
Van Geenen heeft het gevoel dat de samenleving alleen kijkt naar 4 en 5 mei en wat Nederland zelf heeft meegemaakt. Dat blijkt volgens haar alleen al uit het feit dat de eerste Indië-herdenking er pas in 1988 kwam. "Nederland was zelf bevrijd, maar de oorlog was nog niet afgelopen voor andere delen van het koninkrijk. Dat gebeurde pas na de twee atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Daarom ben ik blij dat we het nu hier wel kunnen herdenken", zegt ze.
Voor haar is het monument ook heel toepasselijk voor Nederlands-Indië. "Natuurlijk is het een monument dat hier staat vanwege 4 en 5 mei, maar de knielende man is zo toepasselijk op wat bijvoorbeeld mijn familie heeft meegemaakt in de Jappenkampen. Het laat ook onze geschiedenis en pijn zien."
Een speciale gast bij de herdenking in Borger was Sabine Eisenring uit Leiden. Ze viert vakantie in Zweeloo en kon daardoor niet naar de nationale Indië-herdenking in Den Haag. "Ik zocht naar een herdenking en deze was het dichtstbij", zegt ze. Haar vader zat in de oorlog in Pakanbaroe en werkte daar aan de spoorlijn. "Wat zij allemaal hebben meegemaakt is niet te beschrijven. Honger, pijn en verdriet."
Eisenring ging in de jaren 90 zelf ook naar Pakanbaroe. "Dat zou ik samen met mijn vader doen, maar dat was iets te veel voor hem. We hebben samen wel de hele voorbereiding gedaan. De spoorlijn is ontzettend lang. Ik heb dus maar een klein stukje gedaan, maar toen ik er was hoorde ik de mensen nog gillen."
Ook op Eisenring zelf heeft de oorlog invloed gehad. Zo vindt ze dat we het ook kunnen omarmen. "De oorlog is altijd in ons geweest en eigenlijk met het sterven van mijn vader is de oorlog uit mij verdwenen. Dat we herdenken helpt ons het te verbuigen in onze kracht, in liefde en niet in boosheid, want daar heeft niemand iets aan", zo besluit ze.