In drie Drentse gemeenten krijgen toekomstige raadsleden een hogere vergoeding dan het landelijk minimum. Dat blijkt uit een analyse van LocalFocus/ANP op basis van gegevens van het CBS en de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.
Raadsleden krijgen een vaste maandelijkse vergoeding voor het werk dat ze doen. De hoogte van deze vergoeding is afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente waarin zij werken. Ten opzichte van vier jaar geleden gaan de Drentse raadsleden er op vooruit. In elke gemeente stijgt de maandelijkse vergoeding.
Voor kleine gemeenten is een minimum vastgesteld. Daar krijgen raadsleden 1.081 euro per maand. In de meeste Drentse gemeente krijgen de nieuwe raadsleden maandelijks dit bedrag overgemaakt. Behalve in Emmen, Assen en Hoogeveen. In die grotere gemeenten krijgen de raadsleden ook meer betaald.
In Emmen krijgen raadsleden het meeste betaald: 1.868,43 per maand. Daarna volgt Assen met 1.645,72 euro en Hoogeveen met 1.406,42 euro. De bedragen zijn exclusief onkostenvergoeding, overige vergoedingen en toelages.
Raadsleden kunnen niet rondkomen van het werk in de gemeenteraad. Daarom hebben veel raadsleden nog een andere baan. "Raadslid zijn is iets dat je doorgaans naast je baan doet", zo schrijft de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. "Overdag werken, in de avonduren vergaderen en op je vrije dag op cursus of werkbezoek."
De hoogste vergoeding is voor raadsleden in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam: zij krijgen een vaste vergoeding van zo'n 2.650 euro per maand.