Hij praat graag en veel. Schudt aan de lopende band prachtige verhalen uit zijn mouw. Maar praten over zijn laatste wedstrijd en alle aandacht die daar bij komt kijken? Nee, liever niet. "Al dat gedoe eromheen? Daar heb ik helemaal geen zin in", aldus een nuchtere Evert ten Napel.
Toch blikt de sportcommentator vanuit z'n tuinstoel in Ermelo vooruit op z'n laatste kunstje. Maar ook kijkt hij terug op een mooie, afwisselende carrière. "Ja, als RTV Drenthe belt, dan kan ik als geboren en getogen Klazienavener geen nee zeggen toch?", lacht hij met zijn aanstekelijke lach.
Geboren in Klazienaveen als bakkerszoon werkte Ten Napel in zijn jonge jaren in de bakkerij van zijn ouders. Maar al gauw lonkte de journalistiek. Hij ging onder andere aan de slag bij de Emmer Courant: "Daar deden we echt alles. Niet alleen stad en streek, maar ook sport. Dus ik dacht: dit is het mooiste wat er is, dus ik ga zeven dagen per week werken."
Toen de keuze tussen sport of nieuws gemaakt moest worden begon het sporthart van Ten Napel harder te kloppen en dus dook hij in de sport. Via verschillende omroepen stoomde hij na hard werken snel door richting de NOS. En daar begon een commentator-carrière die hem op de meest uiteenlopende plekken op de wereld bracht.
Schansspringen op nieuwjaarsdag in Garmisch-Partenkirchen, meerdere WK's en EK's, Olympische Spelen, overal was Ten Napel met zijn lipmicrofoon erbij. "Met hoogtepunten ben ik niet zo bezig. Die vraag wordt me natuurlijk vaak gesteld, dan denk ik erover na en dan denk ik later: oh ja, dat was ook een hoogtepunt, die ben ik alweer vergeten."
Maar een van de dingen die hem meteen te binnen schiet als hoogtepunt is de Elfstedentocht. De tocht der tochten mocht hij drie keer verslaan. "Uniek", aldus Ten Napel. "Omdat het in Nederland is, en het waarschijnlijk nooit meer gaat gebeuren. En als je dan op het ijs bij -15 graden op een motor Leeuwarden verlaat voor tweehonderd kilometer door Friesland met al die mensen. Dat is echt fantastisch."
Veel sportliefhebbers krijgen ongetwijfeld kippenvel als ze de woorden Volksparkstadion en Oranje horen. Het is de halve finale van het EK '88 en Van Basten schuift de winnende binnen tegen Duitsland. 'Het Volksparkstadion is van Oranje' schreeuwt een enthousiaste Ten Napel die vanuit het stadion commentaar geeft.
"Ja, daar ben ik echt te vaak aan herinnerd", knipoogt de sportcommentator. "Maar dat was inderdaad heel leuk. Ik snap ook wel dat het vaak weer gedraaid wordt. Die wedstrijd had zoveel impact, maar dat realiseerde ik pas na afloop", blikt Ten Napel terug. "En in Duitsland winnen van Duitsland, dat is toch mooi. Maar ja, of je nou tegen ze sjoelt, tafeltennist of voetbalt, je wilt altijd van ze winnen."
Maar het zijn niet alleen de grote, wereldwijde sportevenementen waar Ten Napel goede herinneringen aan heeft: "Kijk, Nederland-Brazilië is leuk. Maar voor de eerste keer als verslaggever naar de sporthal in Emmen bij E&O is ook leuk ." De sportcommentator was vroeger zelf lid van de handbalvereniging, toch bleef hij in zijn verslag naar eigen zeggen neutraal. "Je kan in dit vak niet voor iets zijn, maar ook niet tegen."
Hoogtepunten genoeg voor Ten Napel om over te praten, maar na tientallen jaren wordt het na een goed gesprek met werkgever ESPN toch echt tijd voor de laatste. "Ik zie op tegen mijn laatste wedstrijd. Ik heb er jaren tegenaan gehikt. En dat moment kwam steeds dichterbij", vertelt Ten Napel over het naderende afscheid.
De ogen van de 77-jarige commentator zijn nog goed en ook in de bovenkamer werkt alles op rolletjes. En dat maakt het besluit volgens Ten Napel ook ontzettend moeilijk. Want eigenlijk wil hij helemaal niet stoppen met datgene wat hij het allerliefste doet. "ESPN zei ook: we willen jou niet kwijt. Maar aan de andere kant: we raken wat uitzendrechten kwijt", legt hij uit.
Als het aan Ten Napel lag was Heerenveen-Sparta van afgelopen seizoen al zijn laatste wedstrijd. Maar daar dacht zijn werkgever anders over. Als een soort afscheidscadeau mag hij de Johan Cruijff Schaal verslaan. "Ja dan weet ik wat er gebeurt: dan belt die, en dan weer die. Al dat gedoe eromheen, dat wil ik helemaal niet", aldus Ten Napel.
Die opmerking past bij de nuchtere Drent die de sportcommentator in hart en nieren is. Z'n laatste wedstrijd wil hij dan ook verder niks speciaals van maken: "Nee, dan gaat het fout. Als je speciale dingen gaat doen. Ik wil gewoon verslag doen van die wedstrijd."
"Ik blijf een Drent he", lacht hij. "Kijk, ik ben wel enthousiast. Maar trots, tjah, dat is ook weer zo'n woord. Mijn vader bijvoorbeeld, die heeft nooit gezegd dat 'ie het bijzonder vindt wat ik deed", vertelt Ten Napel. Zelf noemt hij het een kunstje. "Als je verder niets kunt, maar dit wel. Dan is het heel leuk om te doen."
"Mijn vader was bakker en mijn broer ook. Die maakten de meest mooie dingen. Mijn neefje bakte bruidstaarten, dat is ook veel moelijker dan dit. Vind ik."
Zijn lipmicrofoon zit in het koffertje, in zijn mapje krabbelt hij wat laatste aantekeningen. En dan is tijd om langzaam richting de wedstrijd te gaan. Standaard is Ten Napel zo'n twee tot drie uur van tevoren aanwezig 'om verrassingen te voorkomen'. "Dan heb ik de voorbereidingen gedaan, die schrijf ik op een A4-tje. Maar als het dan een lekkere wedstrijd wordt gebruik ik dat papiertje helemaal niet en laat ik de wedstrijd lekker gaan."
Na de wedstrijd hoeft er van Ten Napel ook absoluut niet te veel stilgestaan te worden bij zijn afscheidswedstrijd. "Nee hoor. Ik zet de koptelefoon af, doe mijn microfoon in het doosje, loop naar buiten en ga naar huis toe. En dan drinken we hier in de tuin nog een borreltje."
En dan? "Zondag gaan we fietsen denk ik. En maandag pas ik op mijn kleinzoon met mijn vrouw", somt Ten Napel op. Daarna volgen nog een paar tv-optredens - 'Ik kan heel moeilijk nee zeggen' - en dan is het volgens de sportcommentator wel klaar en mooi geweest.
Terugverhuizen naar Drenthe doet hij niet. "Nee, want daar vind je niet meer wat er was. Mijn vriendenkring en ons sociaal leven is hier. En Drenthe is zo dichtbij, daar ben ik binnen een uur en tien minuten dus dat is geen probleem. Ik blijf lekker hier, een beetje tuinieren, dat moet ook gebeuren."
Wel is Ten Napel nog regelmatig in zijn geboorteprovincie te vinden. Nog altijd heeft hij familie in Klazienaveen en Emmen wonen. "En we fietsen nog veel in Drenthe. En ook ga ik binnenkort weer even een gehaktbal eten bij John Hofsteenge in Grolloo."
De Drent is dan wel uit Drenthe, maar je haalt Drenthe absoluut niet uit de Drent. Dat blijkt ook bij het afscheid bij de voordeur, waar Ten Napel vol trots naar een sticker wijst: 'Hier kuj' Drents praot'n.'
Door: Ronald Oostingh