Na een tocht van 2.700 kilometer naar Rome, hebben Barry Gepken, zijn vriendin Monique de Haas en hond Maurice uit Erica een nieuwe uitdaging gevonden. Een tocht van 5.000 kilometer naar Jeruzalem. Precies over een jaar vertrekken ze.
"Een dag na mijn 49e verjaardag vertrekken we", lacht Gepken (48). "Ik heb altijd gezegd dit voor mijn vijftigste te willen doen. Dus dan hebben we precies een jaar om het te doen. Het is dan mijn vijftigste levensjaar."
En waarom naar Jeruzalem? "Ik zei voor de grap: Als je een kerel bent, loop je naar Jeruzalem. Maar ja, dat is best wel erg ver voor de eerste keer. Dus als Rome zou lukken, zouden we dit doen. Ik wil graag naar de bron."
Op de veranda bij zijn eigengebouwde barn vertelt de inwoner van Erica honderduit over de voettocht naar Rome. Aan mooie verhalen geen gebrek. Het stel hoopt op weg naar Jeruzalem nieuwe verhalen tegen te komen.
"Wij hebben de gekste dingen meegemaakt. Wondertjes. Echt dingen die gewoon niet kunnen", verwijst hij naar een bijzonder moment voor het tweetal. Gepken werd door een vader (Frans Muter) van een kameraad geïnspireerd om deze tocht te maken. Dat drietal deed dat vanuit Barger-Oosterveld in 1950. "Die man had het er altijd tijdens verjaardagen nog over. Hij is nu overleden. Maar toentertijd deed hij dat met twee kameraden. Eentje is onderweg afgehaakt. De ander is naar Duitsland vertrokken en ook overleden."
"Ik kreeg het boekje met stempels en verhalen van zijn vrouw mee voor onze reis. Wij liepen in het begin van onze reis door Duitsland heen. Op een van de eerste dagen, door de moerasgebieden en helemaal doorweekt, kwamen we in een klein dorpje aan. Liep daar een vrouw die we vroegen waar we iets konden eten. Alles was dicht, maar ze had nog twee broodjes thuis."
"Wij zeiden: nee, we gaan niet uw broodjes opeten. Toen vroeg ze wat wij deden. We vertelden dat we naar Rome liepen. En toen zei ze: 'Dat heeft mijn vader ook gedaan en die is Nederlands. Die kwam uit de regio van Emmer-Compascuum.' Ik zei: Wanneer dan? 1950?", vertelt Gepken het verhaal. "Bleek dat dus de dochter te zijn van één van die kameraden van die vader van die kameraad van mij. Ik dacht: 'Dit kan niet waar zijn.' Bijna zeventig jaar later komen we elkaar tegen. Ik belde mijn kameraad op en hij zei dat ze die mensen helemaal niet meer kenden. Zijn ze 's avonds nog met zijn moeder en broer die kant opgekomen. Foto's uitgewisseld. Zo zat ik ook met mijn rug tegen vele kerken aan aan het einde van de dag en dacht: Alles komt goed, elke dag."
Wat Gepken en De Haas vooral concludeerden: "We maken ons veel te druk in het leven. Met de drukte in de maatschappij en alles plannen. We hebben veel te veel tegenwoordig. En het kwam onderweg altijd goed en alles viel op z'n plek. Hoe druk mensen soms ook waren, ze maakten altijd tijd voor ons en we kregen overal onderdak aangeboden. We hadden per dag 70 euro meegenomen om van te leven. Maar je leeft zo sober. We kregen overal eten en slaapplekken dat we de helft van het budget slechts hebben gebruikt."
Het ultieme vrijheidsgevoel dat ze ervoeren tijdens het wandelen, maakt dat het tweetal opnieuw op pad gaat. "Je komt dan ook heel erg tegen in wat voor maatschappij we leven. Naar school, een goede baan, dat is wel belangrijk, maar niet het belangrijkste. Geef mij een kampvuurtje, een stukje vlees en een ontmoeting met mensen. Als we geen ballast hebben, dan leef je veel vrijer. Dat nomadenbestaan en het vrijheidsgevoel vind ik fantastisch. Om verschillende culturen en mensen te leren kennen. Je trekt wat rond en ontmoet mensen. Dat verrijkt je zo. En dan kom je ook los van je werk. Mensen die reizen, kijken heel anders naar de wereld."
Nu, een jaar voor het vertrek, worden de eerste voorbereidingen getroffen. "We lazen voor Rome veel blogs van mensen die het ook hadden gedaan. Maar die zijn er voor Jeruzalem niet. Er zijn drie routes, we gaan nu wel iets meer kijken waar we langs willen. We kunnen niet over Syrië, dat is gevaarlijk. Dus we denken via de Balkan (voormalig Joegoslavië) en de Griekse eilanden. En dan via het Jezus-pad in Israël."
"De vorige keer toen we terugkwamen, moesten we best weer snel in het normale ritme terug. Net alsof je op een sneltrein moet stappen. Dat gaan we straks anders aanpakken. Ik werk nu zelfstandig, dus ik kan dat beter indelen", besluit Gepken.
Ook na Jeruzalem is het wandelavontuur nog niet voorbij. "Het is bij ons nooit klaar. We willen het liefst de wereld rond", lacht hij.
Door: Janet Oortwijn