Politiek Emmen bezorgd over impact corona op jongeren en ouderen

'Uit onderzoeken blijkt dat vooral jongeren relatief zwaar hebben geleden onder de coronamaatregelen.' Foto: Kim Stellingwerf

Vele Emmer fracties toonden zich donderdag bezorgd over de gevolgen van corona op vooral jongeren en ouderen. Tijdens de raadsvergadering van vanmiddag brachten diverse partijen hierover moties in.

Het CDA wil samen met Wakker Emmen, de PvdA, D66 en LEF! jongeren na de lockdown een hart onder de riem bieden. Het college werd daarom via een motie verzocht onderzoek te doen naar de de behoeftes van jongeren op het gebied van sport en cultuur.

Schaarste

“Uit onderzoeken blijkt dat vooral jongeren niet alleen onderwijskundig, maar ook in sociaal-emotioneel opzicht relatief zwaar hebben geleden onder de coronamaatregelen”, legde René Wittendorp (CDA) uit. De door het virus veroorzaakte schaarste aan sport en cultuur heeft hier volgens hem zeker aan bijgedragen. “Wat ons betreft gaat het vooral over het versterken van het normale leven.”

De ChristenUnie zag in de woorden van fractievoorzitter Henk Huttinga dat eenzaamheid een steeds groter probleem is geworden. Corona heeft dat beeld volgens hem alleen maar verder op scherp gezet.

Verdampen in niks

“Voor veel jongeren, ouderen en kwetsbaren is het een heel harde en vaak eenzame tijd en strijd geweest. Als Nederlandse samenleving, waarin veel voor elkaar is en goed geregeld, zijn we ogenschijnlijk niet zo kwetsbaar. Maar dat verhaal gaat niet op bij knellende eenzaamheid of een jongere die de spannende jaren van groeien naar volwassenheid ziet verdampen in een soort van niks.”

Zijn partij diende daarom een motie in om onderzoek te doen naar eenzaamheid in de Emmer samenleving.

Moeite

Wethouder Robert Kleine vond de eerste motie prima passen bij het weerbaar maken van de jeugd. Met de tweede van de ChristenUnie had hij iets meer moeite. “Niet zozeer met de inhoud. Maar ik kan niet goed inschatten of wij als gemeente op dit moment over voldoende capaciteit beschikken.” Hij adviseerde Huttinga in ieder geval de motie aan te houden tot aankomend najaar en dan verder te kijken. Waaraan Huttinga vervolgens gehoor gaf.