De gemeente Emmen kent geen zwakke basisscholen meer. Dat constateert de Inspectie van het Onderwijs in hun onderzoeksrapport. “We constateren dat het bestuur erin is geslaagd om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Alle tekortkomingen zijn inmiddels opgeheven”, concluderen de opstellers van het rapport.
In 2018 oordeelde de inspectie nog anders en constateerde gebreken als het aankomt op het bewaken van de onderwijskwaliteit door Openbaar Onderwijs Emmen. Het bestuur hiervan wordt gevormd door het college van burgemeester en wethouders. Ook schoot het onderwijs te kort bij enkele scholen. In de afgelopen jaren zijn er echter de nodige verbeteringen doorgevoerd, waardoor Emmen de zaken weer op orde heeft.
Het bestuur is scherper aan de wind gaan varen wat betreft goed onderwijs. “We constateren dat het bestuur beschikt over veel data en informatie en daardoor weet waar risico's zijn. We merken ook dat het bestuur eerder stuurt dan voorheen als blijkt dat de basiskwaliteit in het geding is.”
Rol bestuurder
De Inspectie blijft kritisch op de rol van het bestuur van OOE als het aankomt op het voldoende aansturen van het onderwijs. Onderwijswethouder Raymond Wanders heeft al eens aangegeven dat het onderwijs slechts een van de vele bestuurstaken van de gemeente is naast vele anderen. Relatief gezien krijgt het daarmee niet de volle aandacht die het verdient, stelde hij.
Daarom wordt de OOE per 2022 verzelfstandigd en uitgerust met een eigen bestuur en een Raad van Toezicht. De gemeente zal vanaf dat moment geen bestuurlijke rol meer spelen.
De Inspectie verwacht dat deze stap een grote verbetering met zich mee brengt.