Van Peer: Emmer winkelconcern blaast 120 kaarsjes uit

Het pand met het klassieke torentje van Van Peer. Foto: ZO34

De familie Van Peer behoort tot het een van de bekendste middenstandsgeslachten van Emmen. De vierde generatie, bestaande uit Jan (55), Berjo (53) en Ronald (46) hebben al jaren hun plek gevonden in het familiebedrijf, waar hun vader Johan Eduard Siewerd (kortweg JES, 81) reeds in 2002 uit het bedrijf ging. Dinsdag viert het concern zijn 120e verjaardag.

Net als alle familiezaken kent ook Van Peer een bescheiden begin: Jan van Peer (grootvader van JES) begint in 1901 vanuit zijn woonhuis in Schoonoord met de verkoop van horloges en naaimachines. Negen jaar later verhuist hij naar Emmen en later op de hoek van de Hoofdstraat en Derksstraat een winkel met huishoudelijke artikelen.

De zaak breidt zich al snel uit met de bouw van een toonkamergebouw, de huidige beddenspeciaalzaak, aan de Derksstraat en een magazijnhuisje (tegenwoordig kapperszaak Zintuig). Achter het toonkamergebouw bevond zich tot de jaren tachtig de eigen meubelmakerij. Na Jan nemen Harm Jan van Peer met zijn zus Dirkje en broer Arend de leiding over.

Vijf speciaalzaken

Aangespoord door zijn vader trad JES in 1961 aan bij Jan van Peer om dertien jaar later de teugels volledig over te nemen. JES: “Mijn familie oordeelde dat ik daarvoor de meest geschikte kandidaat was. Ik was ondernemend en een aanpakker. Dat heeft er altijd al ingezeten.”

Onder de leiding van JES groeide het bedrijf verder uit. Jan van Peer werd uiteindelijk opgesplitst in vijf speciaalzaken: een speelgoedzaak, een huishoudspeciaalzaak, een beddenwinkel, een kampeerhal en een cadeauboetiek.

Hand boven het hoofd

Oudste zoon Jan werkte vanaf 1989 op de huishoudafdeling van van Peer, na enige tijd in Brabant en Osnabrück als assistent-bedrijfsleider stage te hebben gelopen. Eind jaren negentig vertrok de toenmalige manager van de beddenspeciaalzaak en Jan zag zijn kans schoon om deze over te nemen.

“In de beginperiode stond ik nog onder het bewind van mijn vader. Dat was niet altijd even makkelijk, want hij hield mij en mijn broers niet bepaald de hand boven het hoofd. We waren in het begin allemaal in loondienst, dus gelijke monniken, gelijke kappen, vond hij. We moesten werken voor ons geld.”

Voor Berjo en Ronald was Jan van Peer aanvankelijk een bij- en vakantiebaan. Beiden hadden aanvankelijk andere aspiraties. “Eigenlijk wilde ik sportleraar worden”, verklaart Berjo. “Want ik was altijd de meest sportieve van ons drieën, ha ha.”

Kampeerhal

Maar de opleiding viel tegen, dus maakte ik de overstap naar de MDS en rolde later ook het familiebedrijf binnen. Het ging eigenlijk heel automatisch.” In 1991 kwam Berjo in loondienst bij de kampeerhal in de Derksstraat, die later als Intercamp zou verhuizen naar de Noorder Passage.

In de oude hal huist thans Mijn Kraam en Berjo is tegenwoordig werkzaam als administrateur in het familiebedrijf.

Psychologie

Jongste zoon Ronald overwoog ook een compleet ander pad in te slaan. “Ik wou eigenlijk psychologie studeren, maar dat was me uiteindelijk te theoretisch. Voordat ik op de kook- en huishoudafdeling van van Peer werkzaam werd, ben ik nog enkele jaren actief geweest als manager voor Intertoys Nederland en heb op diverse locaties door het hele land gewerkt.”

Vader JES benaderde Ronald met de vraag of hij er iets voor voelde om de huishoudelijke tak van van Peer over te nemen. “Ik gaf het een kans en het beviel me beter dan Intertoys. Die heeft een harde franchiseformule, waar ik zelf weinig invloed op kan uitoefenen.

Bij de huishoudafdeling ervaar ik meer vrijheid.” Volgens Ronald is er nooit sprake geweest van enige druk van zijn vader om ook in de familiezaak te werken. “Voor mijn vader was het belangrijk dat we allemaal een bewuste keuze maakten. Als je van je vak houdt, dan kan er weinig mis gaan, is zijn opvatting.” Het jubileum zal niet zonder de nodige activiteiten voorbij gaan, aldus Ronald. De feestelijkheden beperken zich vanwege corona tot de uitgifte van een jubileumflyer.

Vijfde generatie

Of de vijfde generatie straks ook in de voetsporen zullen treden, laat zich nog raden. Ronald: “Het is geen vanzelfsprekendheid dat onze kinderen in de toekomst een rol gaan spelen in ons familiebedrijf. Voor die keuze zijn ze nog te jong. Maar het lijkt wel een traditie te worden.”