Zestien windmolens van elk 230 meter hoog. Het windpark dat in aanbouw is vlak over de grens bij Emmer-Compascuum, is een doorn in het oog van bewoners van de Oostelijke Doorsnee.
"Ik vind het niet mooi", zegt Klaas Bosma, die er tegenaan kijkt. "Het is heel pompeus. Ze staan echt op een kilometer afstand van mijn huis. Het lijken net schoorstenen."
Volgens Bosma moesten omwonenden er zelf maar achter komen dat het windpark Fehndorf/Lindloh er kwam. "We hebben alles zelf moeten uitvogelen. Er was volgens mij ook geen gebiedsplatform in Duitsland. We zijn nooit betrokken geweest in het overleg. De grens is bepalend en wij hebben daarom ook geen recht op compensatie. Ik vind dat apart, want we hebben een Europese Unie. Maar bij de grens stopt het overleg. Dat moet in de toekomst anders. Want we zijn hier niet de enigen. We hebben wel de lasten, maar niet de lusten."
Bosma en zijn gezin gaan daarom verhuizen. "Die molens komen wel erg dichtbij. Ik weet niet wat het gaat doen met mijn gezondheid of met de gezondheid van mijn gezin. Ik lees verhalen over slagschaduw en laagfrequent geluid, maar over de effecten is nog niet veel bekend."
Hij gaat daarom verderop in het dorp wonen. Of dat dan wel helpt? "Ja, dat is toch verder van de molens vandaan dan hier. Het doet me wel zeer, ik vind het jammer. Maar wat moet je anders? Die molens staan er al. En dan moet je een keuze maken."
"Hier in dit gebied en in andere delen van onze provincie is veel meer weerstand tegen windmolens dan in Duitsland. Daar maakt bijna niemand bezwaar", zegt Bosma. Navraag bij de Landkreis Emsland leert dat een handjevol bezwaren tegen de bouw van het windpark is binnengekomen.
Volgens het Tractaat van Meppen uit 1824, mag er binnen een straal van 376 meter van beide kanten van de grens niet gebouwd worden. Het verdrag wordt gerespecteerd, maar het windpark komt vlak achter het gebied te staan.
Volgens de gemeente Haren (Ems) zijn de Nederlandse aanwonenden wel degelijk geïnformeerd en waren zij ook aanwezig op informatieavonden.
De verdeling van de compensatie in het gebied, wordt door het regiobestuur van de Landkreis Emsland geregeld. "De ingrepen in het landschap moeten gecompenseerd worden. De bouwer van het windpark moet aantonen dat de natuur gecompenseerd wordt", legt burgemeester Markus Honnigfort van de gemeente Haren uit.
"Dat kan de projectontwikkelaar zelf doen of laten uitvoeren door het bestuur van de Landkreis Emsland. Daar gaat dan geld naar toe. De Landkreis koopt dan stukken grond of bossen aan, die bestempeld worden als natuurgebied. Er zijn dus verschillende mogelijkheden om de compensatie vorm te geven."
Volgens Honnigfort wordt er geen compensatie aan omwonenden zelf gegeven. "Je kunt niet zeggen: het windpark staat hier voor dit huis, dus hier moet ook compensatie komen. We bekijken dat op de schaal van de gehele Landkreis."
Het kan namelijk ook zo zijn dat de Landkreis, het bestuur van de regio Emsland, bepaalt dat de compensatie naar een ander gebied gaat. "Zodat er een groter natuurgebied ontstaat, zodat niet overal kleine beschermde natuurgebiedjes ontstaan, maar dat we dat bundelen. Zo doen we dat dus, het is dus niet zo dat de compensatie direct voor de huisdeur gebeurt."
Ook zijn er nog plannen voor windmolens aan deze kant van de grens, bij de Zwartenbergerweg. Die ontwikkeling ligt nu stil omdat er geen capaciteit meer vrij is op het energienet. Het uiteindelijke doel is om dat Nederlandse windpark aan te sluit op die van Fehndorf/Lindloh in het kader van het SEREH-project. Daarin kan stroom worden opgeslagen en uitgewisseld worden.
Door: Janet Oortwijn