De eigenaar van de groepsaccommodatie ’t Hunebed in Sleen is veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van 21 dagen. De 38-jarige man moest zich verantwoorden voor het onder druk zetten van de burgemeester van de gemeente Coevorden en een ambtenaar.
De eigenaar had het pand aan de Brink gekocht en zegt dat de gemeente hem vooraf verkeerd heeft geïnformeerd over de benodigde vergunningen. Volgens hem waren er mondelinge toezeggingen gedaan, en slechts een deel daarvan bleek op papier te staan. Toen de gemeente de afspraken volgens hem niet nakwam, ontstond er spanning. “Er moesten vergunningen worden aangevraagd, maar er werd gedreigd met sluiting”, zei hij tijdens de zitting.
Terwijl de impasse voortduurde, stuurde hij verschillende e-mails en WhatsApp‑berichten naar de burgemeester en een ambtenaar. De rechter oordeelde dat die berichten vormen hadden van poging tot ambtsdwang: ze waren volgens hem grievend en dwingend van toon. Doel was om de gemeente te bewegen de vergunningen alsnog te verlenen en een integriteitsonderzoek tegen de burgemeester op te starten.
In juli 2024 waarschuwde de politie de man dat hij moest stoppen met de berichten, omdat ze behalve vervelend vooral ook intimiderend waren en het gevoel van veiligheid ondermijnden. Tijdens dat gesprek zou hij hebben gezegd: “Als er op 30 oktober nog geen oplossing is, neem ik dat gezin mee”. De verdachte stelde in de rechtbank dat hij andere woorden heeft gebruikt, zonder concrete tijdslimiet.
Op Facebook verwees hij naar de dubbele moordzaak in Weiteveen en gekoppeld aan het profiel van de burgemeester. Hij noemde dat geen dreiging voor een nieuwe moordzaak, maar een waarschuwing: “Bij ons was ook sprake van een enorm burenconflict”, aldus de eigenaar. Volgens hem liepen buren al langer te klagen over overlast, en voelde hij zich door de situatie gedwongen emotioneel te reageren.
Ondertussen is de groepsaccommodatie, waar het conflict over ging, in mei van dit jaar afgebrand. Brandstichting kon niet worden aangetoond; de eigenaar en zijn gezin woonden er destijds al niet meer.
Zijn advocaat, mr. Peter Koops, hield vol dat het de cliënt is geweest die zich onder druk gezet voelde. Volgens hem was de aanklacht vaag geformuleerd en ontbrak een duidelijke juridische grondslag. De man zou enkel emotioneel onhandig zijn geweest, niet de intentie hebben gehad om de burgemeester iets aan te doen. Daarom vroeg hij om volledige vrijspraak.
De rechtbank ging daar niet in mee. De rechter noemde de berichten “duidelijk grievend en intimiderend” en waarschuwde dat zulke gedragingen het democratisch bestel aantasten. De opgelegde straf, 21 dagen voorwaardelijk, is gelijk aan de eis van het openbaar ministerie en dient volgens de rechtbank als signaal: dergelijke drukmiddelen mogen niet opnieuw worden ingezet.