Zestig jaar geleden verdween een imposante boortoren bij ’t Haantje in de grond. Op 1 december 1965 werd het bouwwerk van 46 meter hoog volledig opgeslokt door een plotselinge aardverzakking, veroorzaakt door een ondergrondse gasexplosie. Deze unieke gebeurtenis staat bekend als de enige ‘blow-out’ in de geschiedenis van de Nederlandse gaswinning.

De toren was eigendom van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), die in het nabijgelegen gasveld Sleen-2 op zoek was naar olie. Tijdens een proefboring op ruim 1800 meter diepte stuitte men op een harde steenlaag, waaronder zich gas ophoopte onder extreem hoge druk. Toen dit gas zich een weg naar boven baande, ontstond er een explosieve situatie.

Kolkende moddermassa

Ooggetuigen spraken van een harde knal en metershoge fonteinen van gas, modder en stenen. "Het was alsof je naast een startende straaljager stond", herinnerde een oud-medewerker van de NAM zich. Binnen korte tijd veranderde de omgeving in een kolkende moddermassa. De grond spleet open en de complete boorinstallatie, destijds vier miljoen gulden waard, verdween zonder een spoor achter te laten.

Wonder boven wonder vielen er geen gewonden. Wel bleef de gebeurtenis als een zeldzaam en indrukwekkend incident in het collectieve geheugen van de regio gegrift. Tegenwoordig herinnert alleen nog een informatiebord bij het zogeheten Kraterbosje aan deze dramatische dag in de Drentse geschiedenis.

Herdenking en filmvertoning

Ter gelegenheid van de zestig jaar herdenking van de ramp organiseert het Drents Archief op 23 december een film over het incident. De voorstelling begint om 14.00 uur in Assen en is gratis toegankelijk.