De tocht van Monseigneur door het Drentsche hoogveen (1927)
En de nasleep van de heiligschennis in het Amsterdamsche Veld
In 1927 trok een bijzondere stoet door het uitgestrekte Drentse hoogveen: Mgr. de Aartsbisschop bracht een officieel bezoek aan de parochie van het Amsterdamsche Veld. De aanleiding voor dit feestelijke maar plechtige bezoek lag twee jaar eerder, in een gebeurtenis die diepe indruk had gemaakt op de kleine, jonge gemeenschap in het veen.
De heiligschennis van 1925
In de nacht van 4 op 5 mei 1925 drongen onbekenden de eenvoudige parochiekerk binnen. Zij namen het tabernakel mee — vermoedelijk in de veronderstelling dat er geld in lag opgeslagen. Wat ze niet wisten, of niet wilden weten, was dat het tabernakel geconsacreerde hosties bevatte.
De diefstal werd door de katholieke gemeenschap beschouwd als een zware heiligschennis, een directe aantasting van het Allerheiligste.
Tien dagen later werd het tabernakel teruggevonden in een veensloot, ongeveer zeshonderd meter van de kerk. Het was geopend, de hosties lagen verspreid. De vondst leidde tot een indrukwekkende processie om het Allerheiligste, ondanks de beschadigingen, met zorg terug naar de kerk te brengen.
De landelijke kranten — onder meer De Maasbode — besteedden er ruim aandacht aan. Daardoor kwam ook de erbarmelijke staat van de jonge veenkolonie in beeld: een parochie die arm was aan middelen, maar rijk aan geloofsijver.
De heiligschennis zette een beweging van eerherstel in gang. Er werd geld ingezameld, er kwamen religieuze zusters om de jonge gemeenschap te ondersteunen, en er ontstond het plan voor een nieuw, waardig altaar.
Het nieuwe altaar
In 1927 was het zover: het nieuwe altaar, ontworpen en uitgevoerd door Aug. van Os uit Tilburg, kon worden ingezegend. De natuursteen was geleverd door P. J. M. van Stokltum uit Rotterdam.
Het altaar gold als een zichtbaar teken van eerherstel — een tastbaar antwoord op de pijnlijke gebeurtenis van twee jaar eerder.
De tocht door het veen
Voor deze gelegenheid reisde de Aartsbisschop per geïmproviseerd spoortreintje door het hoogveen. Het smalspoor, normaal gebruikt voor het vervoer van turf, was versierd met erepoorten, speciaal gebouwd door de bewoners.
Langs de spoorlijn stonden overal turven in lange rijen te drogen — het vertrouwde ritme van het veen.
Op het achterbalkon van het treintje stonden de pastoor van Zwartemeer, pater L. Siebum (Assumptionist en geboortig uit Erica), en de bediende van Monseigneur. In de parochiekerk richtte de Aartsbisschop een toespraak tot de vormelingen, die deze dag als een feestdag hadden ervaren.
Bij het vertrek werd hij uitgezwaaid door onder anderen P. J. van de Griendt, directeur van de Maatschappij Griendtsveen, op wiens uitgestrekte veenterrein de parochie was ontstaan.
Lees hier meer: Jan levert je historische streken

Mystieke Verhalen van Zuidoost-Drenthe
Een Reis Door de Tijd. De geschiedenis van Zuidoost-Drenthe reikt ver terug in de tijd. Jan Veenstra uit Coevorden neemt je mee naar de oorsprong van deze regio, waar sporen van prehistorische nederzettingen en oude rituelen nog steeds voelbaar zijn. Van hunebedden tot grafheuvels, elke plek vertelt een verhaal dat weerspiegelt in de ziel van dit land. Elke woensdag lees je op zo34.nl een stukje uit de geschiedenis maar op zijn website vind je nog veel meer!