Maandenlange spanning leidde tot agressie: er was geen veiligheidsgarantie statushouders in Tuindorp

Een brandje en protestborden in Tuindorp Foto: NoorderNieuws

Brandstichting, intimidatie en vernielingen: de wijk Tuindorp in Coevorden belandde deze zomer in een vijandige sfeer die niemand had voorzien. Wat begon met een ogenschijnlijk eenvoudige mededeling over de huisvesting van minderjarige alleenstaande statushouders, groeide uit tot een vertrouwensbreuk tussen buurt en bestuur.

Het verhaal van Tuindorp laat zich lezen als een dossier vol haperende communicatie, misverstanden en vooral onduidelijkheid over wie er precies zouden komen wonen. Dat blijkt uit stukken die zijn opgevraagd via de Wet open overheid (Woo).

In november stuurde de gemeente Coevorden een brief aan 21 direct omwonenden van de JC Homanstraat: in vijf leegstaande woningen zouden 15- tot 18-jarige alleenstaande minderjarige vluchtelingen worden geplaatst. Nidos en Elker zouden dat proces begeleiden. Alleen direct omwonenden worden geïnformeerd. Daar kwam zo goed als geen reactie op, zegt de gemeente. Conclusie: voldoende draagvlak vanuit de buurt.

Draagvlak ver te zoeken

In de weken erna werd duidelijk hoe mis die inschatting was. Bewoners klopten bij de gemeente aan: waarom is er geen informatieavond? Waarom die haast? En vooral: wie komen er te wonen?

Al vroeg ontstond in de wijk een geruchtenstroom over de samenstelling van de groep. Ging het om jongens, meisjes of beide? Een deel van de bewoners vreesde vooral voor de komst van jongens, want dan is er meer risico op overlast, zo klonk het. Elker communiceerde aanvankelijk dat het om jongens ging, terwijl daar later toch weer meisjes van werden gemaakt. Door die onduidelijkheid werd het wantrouwen groter.

Bijeenkomsten

De eerste bewonersavond op 25 februari, alleen voor de omliggende 21 adressen, verliep fel. Volgens interne stukken klonken er zelfs toen al dreigende uitspraken. Toch sprak de gemeente publiekelijk van een "gemoedelijke avond".

De tweede bijeenkomst op 5 maart werd groter opgezet met 115 adressen. De toon was aanzienlijk grimmiger. Gemeentemedewerkers beschreven een deel van de aanwezigen als "minachtend, zonder empathie, respectloos en hard". Uitspraken varieerden van beschuldigingen dat de jongeren "onze kinderen komen verkrachten", tot dreigementen als "als ik ze 's nachts zie, dan zien jullie ze niet weer" en "ik steek ze overhoop".

Ondertussen probeerde de gemeente achter de schermen de angel uit het conflict te halen. In interne documenten van begin april staat dat medewerkers wilden achterhalen "wie de harde kern vormt" om met de benen op tafel het gesprek aan te gaan. Tegelijktijd werd gewaarschuwd om niet alvast te beginnen met huisvesting tijdens de bezwaarperiode, juist vanwege de oplopende spanning en de niet gelukkig verlopen communicatie in het voortraject.

Veertien meiden

Op 23 april volgt opnieuw een koerswijziging: het wordt nu officieel een meisjeshuis, mede wegens 'de angst in de wijk' rondom de mogelijke komst van jongens. De buurt zou daarover worden geïnformeerd, maar duidelijk is dat de boodschap nooit overtuigend is geland.

Sommige bewoners meenden dat de gemeente informatie achterhield of zelfs doelbewust speelde met verwachtingen. De verduidelijking bracht "geen grote verandering in het sentiment", staat in een interne mail van 13 mei.

Bewoners leverden aan het begin van het jaar 96 handtekeningen in bij de gemeente als protest tegen de komst van de minderjarige vluchtelingen, maar dat bleek geen formeel bezwaar. Dat leidde tot frustratie, waarna 60 bezwaarschriften binnenkwamen. Acht daarvan bleken juridisch ontvankelijk. De rest woonde te ver uit de buurt om direct belanghebbende te kunnen zijn.

De buurt zag dat opnieuw als bewijs dat de gemeente het proces 'doordrukte', terwijl de bezwarencommissie oordeelde dat Coevorden juist correct en zorgvuldig had gehandeld.

Feit blijft: door de verwarring over wie er zouden komen, ontstond een kloof die niet meer werd gedicht. Ook toen de gemeente in juni officieel naar buiten bracht dat de meisjes deze zomer zouden komen, hield het wantrouwen aan.

Veiligheid in geding

Vanaf eind juni slaat het om in openlijke agressie. Ruiten van de beoogde opvang sneuvelen, camera's worden afgedekt met plastic zakken en sabotagepogingen maken beveiliging onmogelijk. Hulporganisaties dringen aan op 24-uursbewaking omdat medewerkers zich niet langer veilig voelen. Ook komen er signalen dat er gedreigd wordt met zwaar vuurwerk en brandstichting bij de locatie.

Op zondag 29 juni brandt in de avond een aanhanger uit. Enkele dagen later opnieuw. Groepen tot negentig mensen verzamelen zich op straat. De politie houdt de ME paraat, maar kiest voor de-escalatie. Online verhardt de sfeer: discussies over woningnood en asielbeleid lopen door elkaar, aangejaagd door de voortdurende twijfel of de gemeente wel de waarheid vertelt.

Op 2 juli laat jeugdhulporganisatie Elker weten dat de locatie voorlopig niet veilig is. Binnen het gemeentehuis groeit dezelfde overtuiging: intern is al besloten om te stoppen. "Als er gewonden vallen terwijl we dit al besloten hadden, is dat niet uit te leggen", staat in een interne notitie.

Streep door opvang

Op 4 juli trekt het college daarom de stekker eruit. De burgemeester noemt het een "beslissing met gemengde gevoelens", maar zegt dat veiligheid het zwaarst woog. Hij veroordeelt de vernielingen en intimidatie door "een kleine groep, deels van buiten de wijk".

Nidos en Elker reageren teleurgesteld: zij zeggen pas na het besluit te zijn geïnformeerd, ondanks maandenlange betrokkenheid. Wederom communicatie die wringt.

Geschreven door: Rien Kort, Rianne Denissen, Mirthe Zuhorn & Johan Bos

Dit is een artikel van