Tijdens de wedstrijd van Jong Oranje tegen Jong Litouwen volgt Herman van de Sande uit Nieuw-Amsterdam gespannen het duel. Als een van de weinige Nederlanders is hij fan van de tegenstander. De reden: zijn kleinzoon, Armandas Raudonis, speelt in het groen.
“Ik heb twaalf jaar in Litouwen gewoond,” legt Van de Sande uit tijdens de rust. “Armandas en ik hebben veel met elkaar opgetrokken. In de zomer komt hij meestal een paar maanden naar ons toe, omdat de scholen daar dan gesloten zijn.”
Van de Sande heeft een speciaal bord meegenomen naar De Oude Meerdijk, met een persoonlijke boodschap in het Litouws. “Er staat op dat Armandas mijn held is. Toen hij nog heel jong was, hebben we vaak samen gevoetbald. Ik was vroeger keeper en hij kon behoorlijk goed schieten. We speelden veel in de achtertuin.”
Raudonis zit het grootste deel van de wedstrijd op de bank, maar in de 78e minuut veert Van de Sande op: zijn kleinzoon mag eindelijk invallen en speelt de slotfase mee. Opa droomt van een internationale carrière voor Armandas, maar vindt niet dat hij direct bij een grote club moet beginnen als hij daar op de bank belandt. Een tussenstap lijkt hem verstandiger.
“Ik heb hem al voorgesteld om bij mij in huis te komen wonen en bij FC Emmen te gaan voetballen,” vertelt Van de Sande met een grote lach. “De regels zijn nu nog streng, dus het kan nog niet. Maar wie weet, in de toekomst.”