In gesprek met twee van de oudste inwoners van Nieuw-Amsterdam: de gebroeders Lamberts. Twee krasse tachtigers, die al sinds 1 mei 1862 in het dorp wonen. Hun ogen twinkelden nog altijd levendig toen ze ons ontvingen. Eén van hen had zijn leven lang in de politiek gezeten: 32 jaar in de gemeenteraad, waarvan vijftien als wethouder, en daarnaast eenentwintig jaar in de Provinciale Staten. Als iemand de ontwikkeling van het dorp had meegemaakt, waren zij het wel.
„Ik weet nog best,” begon één van de broers, „dat het kanaal toen letterlijk tot ons huis liep. Alles was hier veen, niets anders. Een school was er niet, de eerste anderhalf jaar moesten wij naar Erm lopen. Vijf jongens, dwars door het veld.” Hij lachte kort. „Later kwam er een houten school aan de Schooldijk. Die is al lang verdwenen, maar de naam is gebleven. Onze eerste meester was Swartsenburg uit Langeloo, en al gauw zaten er meer dan honderd kinderen in de bankjes.”
De mannen vertelden hoe de streek bevolkt raakte. Eerst kwamen de veenarbeiders – uit Smilde, Appelscha, Dedemsvaart, Slagharen – stoere kerels die het zwoegen in het natte veen gewend waren. Voor het graven van de kanalen haalde men jongens uit Noord-Brabant. „Die hoor je nog steeds aan hun uitspraak,” glimlachte de ander. „Zelfs hun kinderen en kleinkinderen praten nét iets anders.”
Ze spraken met eerbied de namen van de eerste verveners uit: jonkheer Van Holthe tot Echten, Gosselaar uit Emmen, Ensing uit Noordbarge, Gratama uit Assen. „Het was Van Holthe die in 1851 de Kanaalmaatschappij oprichtte en het Van Echtenskanaal liet doorsteken. Pas veel later kwam het Stieltjeskanaal, tussen hier en Coevorden, gegraven door ingenieur Stieltjes.”
De herinneringen kwamen in golven. Het harde leven, de drank die rijkelijk vloeide, de ruzies die erdoor ontstonden. „De post kwam uit Emmen. De bode moest dwars over het veen lopen om ons de Asser Courant te brengen. Onze familie had al vanaf de oprichting een abonnement. Het was een barre tocht, maar zo ging dat toen.”
Even zwegen ze, alsof er donkere wolken door hun gedachten trokken. „De tachtiger jaren waren moeilijk,” vervolgden ze dan. „Veel verveners gingen failliet. En in 1888 brak er een grote staking uit. Relletjes, ruiten ingegooid bij Van Echten en Dommere. Het liep zo uit de hand dat men politie en soldaten uit Assen moest halen. Infanterie én cavalerie. Maar de wegen waren zo slecht dat het dagen duurde voor ze er waren. En toen ze eindelijk marcheerden door de straten, was de staking al opgeheven. Burgemeester Tijmes had de verveners geadviseerd toe te geven. Er stonden duizend arbeiders om de vergaderzaal, dreigend, en zelfs hij, die niet gauw bang was, zag dat het beter was de strijd te staken. Moeilijke en bange dagen waren dat.”
Daarna klaarden hun gezichten op. Ze spraken over de vooruitgang, over de voorspelling van jhr. Van Holthe uit 1857. „Hij zei toen dat het dode veen, die eindeloze vlakte die je vanaf de kerktoren in Emmen kon zien, ooit zou veranderen in welvarende dorpen. Dat je, als je later de torenspits van Emmen beklom, overal andere kerktorens zou zien verrijzen.” De broers knikten instemmend. „En kijk om je heen – hij had gelijk.”
En zo eindigde ons gesprek met de gebroeders Lamberts: twee oude mannen, die hun jeugd zagen vergaan in het veen, die stakingen en armoede hadden meegemaakt, maar ook de groei en bloei van hun dorp. Hun woorden hingen nog in de kamer na, als een echo van het verleden dat in Nieuw-Amsterdam nog altijd voelbaar is.
Uit het nieuwe boek Verhalen uit Zuidoost Drenthe van Jan Veenstra
Lees hier meer: Jan levert je historische streken
Mystieke Verhalen van Zuidoost-Drenthe
Een Reis Door de Tijd. De geschiedenis van Zuidoost-Drenthe reikt ver terug in de tijd. Jan Veenstra uit Coevorden neemt je mee naar de oorsprong van deze regio, waar sporen van prehistorische nederzettingen en oude rituelen nog steeds voelbaar zijn. Van hunebedden tot grafheuvels, elke plek vertelt een verhaal dat weerspiegelt in de ziel van dit land. Elke woensdag lees je op zo34.nl een stukje uit de geschiedenis maar op zijn website vind je nog veel meer!