De Soroptimistclub Emmen organiseerde woensdagavond een informatiebijeenkomst over het Verdrag van Istanbul. Dit internationale verdrag is gericht op het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen. Hoewel Nederland het verdrag in 2014 ondertekende, blijkt dat de uitvoering ervan nog sterk te wensen overlaat.

Niks mee gedaan

Tijdens de bijeenkomst vertelde Marianne Doze, expert op het gebied van het verdrag, dat Nederland nog lang niet aan alle verplichtingen voldoet. “Je kunt wel een verdrag ondertekenen, maar als je er niets mee doet, heb je er nog niks aan,” aldus Doze. “Als het gaat om femicide – de moord op vrouwen – behoren we tot de drie slechtst scorende landen in Europa.”

De Soroptimistclub Emmen zet zich in voor de verbetering van de positie van vrouwen en wil met de bijeenkomst bewustwording creëren. “Er bestaan al veel regels en afspraken over vrouwenrechten, geweld tegen vrouwen en de veiligheid van vrouwen. Maar veel vrouwen weten niet dat die er zijn,” zegt Nel Grimme van de club. “Het verdrag ligt er al sinds 2014, maar het is relatief onbekend. Er is nog veel ruimte voor verbetering.”

Teleurgesteld in Emmer politiek

Grimme nodigde ook de lokale politiek uit voor de bijeenkomst, maar alleen D66 gaf gehoor aan de uitnodiging. “Het is teleurstellend dat er slechts één politieke partij aanwezig was vanavond.” D66-commissielid Martine Stulp had op meer raadsleden gerekend: “Ik ben enigszins teleurgesteld, want ik heb vanavond veel nieuwe dingen gehoord die me verbazen en verwonderen. Dit is een dringende oproep aan de gemeenteraad om actie te ondernemen tegen geweld tegen vrouwen.”

Lange weg te gaan

Doze benadrukte dat er nog een lange weg te gaan is. “We moeten niet denken dat we dit volgend jaar geregeld hebben, maar er moeten wél stappen worden gezet. En in de afgelopen elf jaar is er nauwelijks iets veranderd. Dus nu moeten die stappen echt genomen worden,” besluit ze.