Column: Het Rode Potloodje en Baudet

Jan Veenstra schrijft in aanloop naar de verkiezingen over de politieke partijen. Foto: Eigen afbeelding

Thierry Baudet heeft zichzelf eindelijk uit de etalage gehaald – althans, zo lijkt het. Hij schuift een onbekende scheikundige, Lidewij de Vos, naar voren als lijsttrekker van Forum voor Democratie. Het klinkt alsof hij zijn eigen geesteskind een frisse coupe wil aanmeten. Maar wie de partijkapstok goed bekijkt, ziet dat Baudet er nog altijd pontificaal aan hangt – nu gewoon op plek twee.

Hij zegt dat zijn naam “te gepolariseerd” is. Dat klopt. Thierry is voor de één een profeet, voor de ander een karikatuur van zichzelf. Maar wie ooit een congres van FVD bezocht heeft, weet: zonder Baudet is het net alsof je een bruiloft zonder bruidegom bijwoont. Lidewij mag de sluier dragen, maar Thierry staat gewoon naast haar op de foto.

De Vos is 28, scheikundige, en vol overtuiging dat immigratie de straten onveilig maakt en dat stikstof vooral een scheikundige illusie is. Ze heeft de frisse felheid van een jonge debutant – precies wat Baudet nodig heeft om de schijn van vernieuwing op te roepen. Maar niemand vergisse zich: zij is de spreekpop, hij de buikspreker.

Ondertussen blijft het verkiezingsprogramma ouderwets FVD: Groningen weer open boren, uit de EU stappen, kolencentrales opstarten alsof het 1955 is, en de klimaatcrisis vooral wegwuiven als modieuze flauwekul. Vernieuwing? Nee, gewoon hetzelfde boek, met een nieuw omslag.

En toch: het is een slimme zet. Door zelf een stapje terug te doen, kan Baudet straks zeggen dat hij grootmoedig zijn ego ondergeschikt maakte aan de beweging. Het is politiek toneel, maar wel goed geregisseerd.

Dus zet u straks in het stemhokje uw rode potlood maar scherp: of u stemt op Lidewij de Vos, de nieuwe kop van jut, of u stemt op Thierry Baudet, de oude vos die zijn eigen kuikens telt. In beide gevallen krijgt u dezelfde partij. Alleen de verpakking is anders.


Het Rode Potloodje wordt geschreven door Jan Veenstra.

In deze serie columns schrijft Veenstra in aanloop naar de verkiezingen over de politieke partijen. Hij geeft geen stemadvies, maar vertelt alleen wat hij ervan vindt, met een vleugje humor. Afhankelijk van het politieke aanbod verschijnt de column meerdere keren per week.

Lees hier zijn vorige columns.