Jan levert je historische streken: Het Drents Scheldwoordenboekje

Het Drents Scheldwoordenboekje. Foto: Eigen afbeelding

Het Drents Scheldwoordenboekje

Door de lens van Drenthe – humor, taal en traditie

Jan Veenstra


Voorwoord

In Drenthe praat men graag nuchter, met gevoel voor humor en een scherp oog voor het leven op het platteland. Scheldwoorden zijn hier niet bedoeld om te kwetsen, maar om te plagen, te lachen en een beetje orde op zaken te stellen. Ze vertellen iets over het werk, het weer, de dieren en de mensen die hier eeuwenlang leefden.

Olle Henkien zei altijd tegen jonge knapen:
"Weet je wat een poestkop is? Dat ben jij als je die turven niet op tijd op de wagen krijgt!"

En zo is het gekomen dat Drenten al generaties lang elkaar op een kleurrijke, maar nooit echt gemeene manier uitschelden.


1. Domme of sullige mensen

Poestkop

    Betekenis: Domkop, sullig persoon.

    Herkomst: ‘Poest’ betekent stof of rommel. Een poestkop is dus een hoofd waar niets in zit – een leeg, stoffig hoofd.

    Anekdote: Toen Klaas de turven omver liep, riep Oom Gerrit: “Kijk nou, wat een schoapekop!”. Iedereen lag in een deuk.

Dwezel

    Betekenis: Slungelig of onhandig mens.

    Herkomst: Van dweil of vod. Iemand zonder stevigheid, letterlijk een “slap stukje stof”.

    Anekdote: Toen Piet de emmer omstootte en het water over de vloer liep, zei moeder: “Dat dwezel van een jongen!”

Schoapekop

    Betekenis: Volgzaam, naïef persoon.

    Herkomst: Schaap als symbool voor dom of volgzaam.

    Anekdote: “In de schaapskudde liep altijd één schaap de verkeerde kant op – dát was de schoapekop van de kudde.”


2. Slappe of saaie types

Dreuge worst

    Betekenis: Saai persoon, zonder pit.

    Herkomst: Worst die te lang hing en taai/droog werd.

    Anekdote: “Hij vertelde een verhaal dat zo droog was als een dreuge worst, iedereen viel bijna in slaap.”

Dozebrij

    Betekenis: Slappeling, iemand zonder ruggengraat.

    Herkomst: ‘Doze’ = lauwe pap, zonder stevigheid.

    Anekdote: “Jan durfde niets te zeggen tijdens het dorpsoverleg. Echt een dozebrij.”

Huuspoes

    Betekenis: Slapjanus, iemand die nergens heen durft.

    Herkomst: Vergelijking met een kat die altijd binnen blijft.

    Anekdote: “Kijk die huuspoes weer, riep moeder toen Jan niet mee durfde naar de kermis.”


3. Onbehouwen of lompe types

Knoet

    Betekenis: Stug, grof of sterk persoon.

    Herkomst: Oudnoors knútr, knoop of knoest.

    Anekdote: “Die knoet tilde zonder moeite de hele kar met turf.”

Woldjomp

    Betekenis: Ongeciviliseerd, wild persoon.

    Herkomst: ‘Wold’ = heideveld, ‘jomp’ = sprong. Iemand die zich gedraagt alsof hij nog over de hei springt.

    Anekdote: “Die woldjomp sprong zomaar over de sloot, modder van zijn knieën tot z’n neus!”


4. Doorzeuren of lastig

Ploaggeest

    Betekenis: Zeurderige figuur.

    Herkomst: Van ‘ploagen’ = plagen.

    Anekdote: “Dat kind is een echte ploaggeest, hij blijft maar vragen om snoep.”

Tuutebiet’n

    Betekenis: Iemand die maar door blijft zeuren of herhalen.

    Herkomst: Letterlijk: iemand die steeds een suikerbiet knabbelt – zinloos herkauwen.

    Anekdote: “Hou nou op met dat tuutebiet’n!”


5. Vreemden en historische scheldwoorden

Poepen

    Betekenis: Duitse arbeiders of soldaten.

    Herkomst: Waarschijnlijk van Papen (katholieken uit Münsterland) of Duitse boeren.

    Anekdote: “Tijdens Bommen Berend riep Olle Jan: ‘Kijk uit, daar komen de poepen al!’”

Moffen

    Betekenis: Duitsers, vooral WOII.

    Herkomst: Waarschijnlijk van Muff = stug, gesloten persoon.

    Anekdote: “In de grensstreek hoorden kinderen het woord al jaren voordat ze echt wisten wat oorlog was.”


6. Krachttermen en versterkers

    Gloepens – versterkend scheld- of krachtwoord: “gloepens lastig” of “gloepens bliede”.

    Hakkedorie – milde vloek: “Hakkedorie, wat een modderig pad!”

    Toe smeerpoes! – tegen vieze of brutale kinderen.

    Anekdote: “Na het winnen van het schaapsspel riepen de jongens: ‘Gloepends bliede!’ Zelfs de huuspoes keek op.”


7. Historische context

Drenthe is eeuwenlang een plattelandsprovincie geweest, waar turf, hei en boerderijen het leven bepaalden. De scheldwoorden kwamen voort uit:

    Werk en natuur: turfgraverij, heidevelden, schaapskuddes.

    Eten en dagelijks leven: dreuge worst, doze pap, suikerbieten.

    Omgang met vreemden: poepen en moffen als historische termen.

Humor en beeldspraak waren essentieel: het platteland kon hard zijn, maar Drenten hielden van een grap en een goede plaag.


8. Slotwoord

Scheldwoorden zijn in Drenthe geen middel om te kwetsen, maar om te verbinden, te lachen en te leren. Ze geven een kijkje in het harde, humorvolle leven van vroeger en vandaag.

"Want in Drenthe is iedereen een poestkop tot het tegendeel bewezen is!"

Lees hier meer: Jan levert je historische streken


Afbeelding met Menselijk gezicht, persoon, glimlach, VoorhoofdAutomatisch gegenereerde beschrijving

Mystieke Verhalen van Zuidoost-Drenthe

Een Reis Door de Tijd. De geschiedenis van Zuidoost-Drenthe reikt ver terug in de tijd. Jan Veenstra uit Coevorden neemt je mee naar de oorsprong van deze regio, waar sporen van prehistorische nederzettingen en oude rituelen nog steeds voelbaar zijn. Van hunebedden tot grafheuvels, elke plek vertelt een verhaal dat weerspiegelt in de ziel van dit land. Elke woensdag lees je op zo34.nl een stukje uit de geschiedenis maar op zijn website vind je nog veel meer!