Beste mensen,
‘Er zit een kikker in’, kwam iemand naar me toe. Het bleek de tuinman van het park rondom de Abdij waar ik een paar dagen doorbracht. Hij heette Johan. We stonden bij een oude put met groen water. Stefan wees en ik zag de kop van een bruine kikker boven het water uitsteken. ‘Er zijn ook zes jonge kleine en zeven grote goudvissen’. Af en toe kwam er eentje naar de oppervlakte. ‘De kikker is er misschien al wel tien jaar’, zei Johan.
‘Hij kan er niet uit’, concludeerde ik. ‘Ja hoor’ en Johan wees naar een opening in de rand, ca 15 cm boven het water. ‘Hij kan met zijn pootjes tegen de rand klimmen’. ‘Wil hij geen gezelschap?’, vroeg ik. ‘Ik weet het niet’, zei Johan, ‘Hij is altijd alleen in de put, maar wat hij ’s nachts doet - of hij er dan uitgaat - weet ik niet.’
Er waren ondertussen meer mensen bij ons komen staan. Zo is deze put een verzamelplaats geworden, zoals waterputten dat lang geleden waren, dacht ik. Ik ging elke dag kijken. Twee volgende dagen, liet de kikker zich niet aan mij zien. Maar op de laatste dag van vertrek was hij er weer. ‘De kikker is als een kluizenaar’, dacht ik. En hij heeft geen weet van wat in de (mensen)wereld gaande is. Hij leeft in dit ommuurde groene water in een ommuurde tuin van een Abdij. Zinloos?
Ik weet het niet. Het gaf ons plezier dat hij daar zat. Het beestje maakte elke dag nieuwsgierig of hij te zien was. Hij verzamelde mensen bij de put tussen wie mooie gesprekjes ontstonden. Alleen maar door daar te zijn. Soms is dat genoeg.
Met een hartelijke groet,
ds. Menso Rappoldt
Elke zondag lees je een column van Menso Rappoldt op onze website. Menso is voorganger van de Grote Kerk in Emmen sinds 2012. In 2021 won hij bij een landelijke preekwedstrijd de titel beste preek. Wekelijks schrijft hij een korte overdenking over iets wat hij om zich heen ziet in het alledaagse leven. Niet per sé vanuit een religieus perspectief, maar vanuit zijn eigen visie.
Lees hier zijn vorige columns.