Beste mensen,
Er waren grote opblaasspeelkussens opgebouwd. Uit luidsprekers schalde muziek over het plein.
We wilden wat drinken en kozen een terras om de hoek. De muziek kwam nu via de muren van de kerk naar ons toe, maar wel zachter. We genoten van onze koffie en thee. Ineens klonk er draaiorgelmuziek door de andere muziek heen. Het klonk even hard en leek uit de dezelfde richting te komen. Vreemd. Twee soorten muziek dwars door elkaar heen. Soms leek de ene wat harder, dan de andere weer.
Aan een tafeltje naast ons zei iemand tegen de uitbater dat er veel muziek was. ‘Ja, gezellig hé!, antwoordde die. Geef er maar een positieve draai aan, dacht ik. Het bleef maar doorgaan. Wij vonden het niet om langer aan te horen en rekenden af. Toen ik opstond en om de hoek keek, zag ik dat het draaiorgel op 30 meter van de kussens was neergezet. Tjonge, wat was hier aan de hand? Het zag er belachelijk uit. Allebei de muziek kon je niet goed horen door de ander. Waarom zou je zoiets doen, vroeg ik me af. Zouden ze ruzie hebben? Zou de draaiorgelman boos zijn dat die ander daar muziek liet horen omdat híj daar altijd staat? Misschien was hij het zat dat er ieder weekend wel iets is waar hij voor moet wijken? Hoe zou ik reageren als ik steeds plaats moet maken voor anderen?
Hoe dan ook: er was hier duidelijk sprake van strijd om territorium. Uitgevochten met geluid. Voor de omgeving niet prettig. Maar het is beter dan met wapens.
Later die middag stond het draaiorgel ergens anders op het plein. Zijn muziek klonk nu mooi, zonder verstoring. Ik gaf hem als dank wat geld.
Met vriendelijke groet,
ds. Menso Rappoldt
Elke zondag lees je een column van Menso Rappoldt op onze website. Menso is voorganger van de Grote Kerk in Emmen sinds 2012. In 2021 won hij bij een landelijke preekwedstrijd de titel beste preek. Wekelijks schrijft hij een korte overdenking over iets wat hij om zich heen ziet in het alledaagse leven. Niet per sé vanuit een religieus perspectief, maar vanuit zijn eigen visie.
Lees hier zijn vorige columns.