Jan levert je historische streken: De Drie Podagristen anno 2025

Drie heren op het zandpad. Foto: Eigen Illustratie

De Drie Podagristen anno 2025

Moderne notities van Van der Scheer, Lesturgeon en Boom

Uitgegeven door: Jan Veenstra
2025


Voorwoord

In de eerste helft van de 19e eeuw zwierven drie Drentse heren door de provincie: A.J. (Arnold Jan) van der Scheer, J. Lesturgeon en J. Boom. Deze drie podagristen hielden tijdens hun omzwervingen nauwkeurig bij wat ze zagen en meemaakten, en bundelden hun ervaringen in het werk dat de titel droeg: “Drenthe in vluchtige en losse omtrekken geschetst door drie Podagristen” uit 1836.

Het bijzondere aan hun verhalen is dat ze geen fictie zijn. Wat zij opschreven, was gebaseerd op hun eigen reizen: ze bezochten plaatsen, spraken met de mensen die er woonden, noteerden gebruiken, landschappen en de armoede die ze aantroffen. Maar wie denkt een saai reisverslag voor zich te hebben, vergist zich. Hun stijl was literair en vaak karikaturaal; humor, ironie en overdrijving gaven hun waarnemingen een levendige kleur.

Het resultaat is een soort literaire non-fictie avant la lettre: authentieke ervaringen en observaties, maar altijd doorspekt met een persoonlijke en soms satirische draai. Kortom, de drie podagristen vertelden waargebeurde verhalen, maar met een flinke scheut eigenzinnigheid en geestigheid.


De heide bij Smilde. In hun 19e-eeuwse tekst klinkt dat ongeveer zo (in mijn woorden weergegeven

“De heidevlakte strekte zich voor ons uit, eindeloos en dor, alsof men in eene woestijn van purperen mos en schrale grassprieten beland was. Hier en daar slechts een armzalige hut, waar de bewoner met zijn kinderen en geiten tegen wind en regen strijdt. De stilte is zoo volkomen, dat men het eigen bloed door de aderen hoort jagen.”

In modern Nederlands hertaald zou dat klinken als:

"We trokken langs de Smilder heide. Het leek wel eindeloos: een vlakke, paarse zee van heideplanten, onderbroken door wat schrale graspolletjes. Af en toe stond er een plaggenhut, waar gezinnen met hun dieren probeerden te overleven. Het was er zo stil, dat je je eigen hartslag leek te horen."


De drie Podagristen reizen door Drenthe en komen in Dwingeloo. Ze beschrijven het dorp zo:

    Feitelijk: ze noteren de brink, de kerk met toren, en dat er rondom heide en zandwegen liggen. Maar in hun stijl klinkt het zoiets als: “Dwingeloo, een dorp dat zich in eene woestijn verheft, alsof het vergeten is door God en Koning, maar gezegend met een toren die statiger schijnt dan de huizen die hem omringen.”

Daar zie je het verschil:

    Waar: ja, de brink en de toren bestaan echt en Dwingeloo lag toen geïsoleerd in de heide. Stijl: de toon is ironisch en schilderachtig, alsof ze op een toneelstuk reflecteren.

Nog een mooi voorbeeld is hun blik op de Drentenaren zelf:

    Ze beschrijven de mensen vaak als zuinig, stug maar gastvrij. Tegelijk overdrijven ze dat Drenthe soms lijkt op een “oerland waar de tijd stilstaat”.

Dus: hun observaties zijn echt en historisch waardevol, maar de verpakking is literair, soms wat spottend.


Blik op Assen, toen nog een klein provinciestadje.

Origineel-achtige Podagristen-stijl (in mijn woorden):

“Assen, eene hoofdstad die nauwelijks het air van een dorp overstijgt. Haar straten zijn breed doch ledig, alsof men ze meer heeft aangelegd om de wind vrij spel te geven dan om menschen te herbergen. Het Gouvernementshuis verheft zich statig, doch te midden van een bevolking die er eerbiedig naar staart alsof het een kasteel uit eene vreemde wereld betrof.”

Met satirische ondertoon in modern Nederlands:

"We kwamen in Assen, de hoofdstad van Drenthe. Althans, zo noemt men het. In werkelijkheid lijkt het meer op een dorp dat toevallig wat te ruime straten heeft, waardoor je je afvraagt of ze er ooit op rekenen dat er mensen komen wonen. Het provinciehuis torent er trots bovenuit, maar eerlijk gezegd: het past er net zo goed als een gouden kroon op een boerenpet. De inwoners kijken ernaar alsof het een sprookjeskasteel is dat per ongeluk in hun achtertuin is neergezet."


Podagristen-stijl (1830-achtig): Zuidlaren – toen al bekend om zijn brink en paardenmarkt

“Zuidlaren, een dorp dat zich pronkt met eene brink, waar de eiken zich rijzig verheffen alsof zij een kathedraal wilden nabootsen. De huizen staan er bescheiden omheen, als schuchtere hovelingen rondom hunne koning. Doch wanneer de paardenmarkt wordt gehouden, verandert dit vredig tooneel in eene woelige zee van paarden, boeren en koopmannen, die elkander verdringen alsof er geen morgen bestond.”


In moderne, satirische hertaling:

"Zuidlaren heeft een brink die zo groot is dat je er makkelijk een vliegveld op kwijt kunt. De eiken staan er statig bij, alsof ze elk moment beginnen te preken tegen de dorpsbewoners. De huizen rond de brink lijken net kleuters die wat verlegen aan de rand staan. Maar op marktdag? Dan barst de boel los. Paarden, boeren, handelaren — iedereen schreeuwt door elkaar, het lijkt meer op de beurs van Amsterdam dan op een Drents dorp. Alleen met meer mestgeur."


Nieuwe ontdekkingen

*"Het was mij een genoegen deze notities van de drie Podagristen opnieuw te ontdekken, die meer dan anderhalve eeuw geleden Drenthe doorkruisten. Hun scherpe blik, humor en ironie zijn tijdloos. ik heb hun stijl naar de huidige tijd vertaald, waarbij ik steden en dorpen in Drenthe bezochten zoals zij dat in de 19e eeuw deden.


“De drie Podagristen in Coevorden anno nu”

We zetten de Podagristen even in een tijdmachine naar 2025 zetten en ze een rondje laten maken in Coevorden.

*"Coevorden, eene vestingstad die zich gaarne aanprijst als ‘de toegangspoort van Drenthe’. De wallen zijn nog aanwezig, doch thans voorzien van wandelpaden waar men de honden uitlaat en de jeugd blikjes energiedrank achterlaat als ware het de nieuwe muntschat. Het kasteel, eenmaal een symbool van krijgskunst, is omgevormd tot restaurant waar men het beleg van 1672 herdenkt met carpaccio en cappuccino.

De binnenstad toont zich ordelijk, zij het niet levendig: men vindt er winkels, doch men zoekt er klanten. De inwoners bewegen zich gemoedelijk voort, alsof zij nog steeds wachten op de volgende belegering die maar niet wil komen. Mocht er ooit een vijand verschijnen, dan zal deze zich vermoedelijk eerst in het gemeentehuis moeten melden voor een vergunning."*


“De drie Podagristen in Emmen”

*"Emmen, een dorp dat zichzelf tot stad heeft verklaard, gelijk een kalf dat meent een stier te zijn omdat het in de spiegel naar zijn hoorns kijkt. Het centrum is ruim van opzet, zo ruim dat men zich afvraagt of de architect verwachtte dat de halve provincie hier tegelijk zou komen winkelen. Helaas: men vindt er meer lege winkelpanden dan kooplustige burgers.

En dan Wildlands! Eertijds een dierentuin waar men leeuwen, olifanten en apen aanschouwen kon, thans een themapark dat zich voordoet als wereldreis maar vooral een reis door de gemeentekas is geweest. De giraffen kijken er net zo verward als de bezoekers die zich afvragen waar hun entreekaartje eigenlijk goed voor was.

De inwoners van Emmen zijn nochtans tevreden van aard: zij zeggen ‘’t is toch wat’ en daarmee is de zaak voor hen afgedaan. En wellicht hebben zij gelijk — want een stad die zichzelf tot stad kroont, heeft in ieder geval meer zelfvertrouwen dan menige hoofdstad die wij onderweg aanschouwden."*

Lees hier meer: Jan levert je historische streken


Afbeelding met Menselijk gezicht, persoon, glimlach, VoorhoofdAutomatisch gegenereerde beschrijving

Mystieke Verhalen van Zuidoost-Drenthe

Een Reis Door de Tijd. De geschiedenis van Zuidoost-Drenthe reikt ver terug in de tijd. Jan Veenstra uit Coevorden neemt je mee naar de oorsprong van deze regio, waar sporen van prehistorische nederzettingen en oude rituelen nog steeds voelbaar zijn. Van hunebedden tot grafheuvels, elke plek vertelt een verhaal dat weerspiegelt in de ziel van dit land. Elke woensdag lees je op zo34.nl een stukje uit de geschiedenis maar op zijn website vind je nog veel meer!