Je zou er kunnen verdwalen tussen het turf en de plaggenhutten, zo groot is het Veenpark wel. Toch heeft het museumdorp geen geheimen meer voor Herman Arling. In een van de grootste openluchtmusea van Nederland is hij al bijna vijftig jaar actief als vrijwilliger. Maar aan die plezierige tijd komt ongewild een einde.
Het park is failliet. Dat faillissement is niet te danken aan de vrijwilligers die het terrein tot in de puntjes verzorgen. De situatie grijpt de 89-jarige Arling zichtbaar aan. "Het is echt jammer", treurt hij.
Zittend in een tuinstoel blikt de trouwe werkmier terug op het schrikmoment. Nietsvermoedend zette hij 's ochtends de televisie aan, niet wetende welk slecht bericht hem zou worden medegedeeld. De nieuwslezer begon over het faillissement van 'zijn' Veenpark. Een moment van zelfmedelijden. "Op zo'n moment ben je helemaal alleen."
Lees verder onder de foto:
Herman Arling. Foto: RTV Drenthe / Rien Kort
"Ik vind het heel erg", vervolgt hij. "Het Veenpark moet blijven bestaan." Aan de reacties van bezoekers merkt Arling dat het park nog altijd iets losmaakt. "Ik durft te zeggen dat 80 procent van de bezoekers het prachtig vindt."
Arling begon in de jaren 70 met zijn eerste diensten in het openluchtpark. Hij bleef er rondscharrelen en verzorgde rondleidingen en demonstraties turfsteken. Jongeren die nog onbekend zijn met de geschiedenis van de veenarbeiders, kijken na verloop van tijd gebiologeerd toe. "Ze luisteren spontaan naar mij. Dat vind ik prachtig mooi." Zelfs vrije dagen weerhouden Arling niet van een bezoekje aan het terrein.
De bittere realiteit is dat het openluchtmuseum kopje onder is gegaan vanwege financiële problemen. Voor Arling blijven de herinneringen levend, al is de hoop op een doorstart nog springlevend. En dan staat hij weer klaar. "Ze kunnen op mij rekenen."