Het Veenpark in Barger-Compascuum is een van dé toeristische trekpleisters in Zuidoost-Drenthe. Het park kwam enkele jaren geleden in de problemen, waarna er geprobeerd werd de zaak weer op de rails te krijgen. Wat zijn de knelpunten en waar liggen de kansen wat betreft het Veenpark? Hans van Leeuwen, recreatieadviseur bij Pleisureworld, laat er zijn licht over schijnen.
Het Veenpark raakt eind 2019 in financieel zwaar weer. Om het hoofd boven water te houden, springen de gemeente Emmen en provincie financieel bij. Gezamenlijk investeren zij eenmalig één miljoen euro in het park. Daarnaast ontvangt het park sindsdien een jaarlijkse subsidie, terwijl het daarvoor altijd op eigen kracht wist te draaien.
Aan de extra steun zijn echter duidelijke voorwaarden verbonden: het park moest vóór 1 juni van dit jaar de museale status verkrijgen en het bezoekersaantal verhogen naar 70.000 per jaar. Geen van beide doelen werd behaald, waarop de provincie besloot haar steun in te trekken. Inmiddels staat het park te koop voor een bedrag van 880.000 euro
De hulp van de provincie en de gemeente heeft daar allesbehalve aan bijgedragen, meent Van Leeuwen. Als je overheidsgeld geeft, maar tegelijkertijd een museaal keurslijf oplegt, dan vraag je eigenlijk het onmogelijke, vindt hij.
"In dat geval botst het ideaal van cultuurbehoud met de realiteit van bezoekersaantallen en economische haalbaarheid", zegt hij. Zonder een duidelijke koers richting de toekomst, ontstaat een park dat onmogelijk in de benen kan worden gehouden.
Het toevoegen van meer beleving is een noodzakelijke stap. Van Leeuwen prijst bijvoorbeeld het toevoegen van het figuur van Alfred Jodocus Kwak aan het park, zo'n twintig jaar terug, als een goede stap. "Je voegt in dat geval iets luchtigs toe." Enkel het willen vertellen van een historisch verhaal, is volgens hem in deze tijd niet genoeg.
Van Leeuwen stelt dat ook het type ondernemer het verschil maakt. "De vent maakt de tent," zegt hij. Hij verwijst naar ondernemers zoals Jan Schutrups in Exloo: een schoenenzaak die zich ontwikkelde tot een belevingslocatie met naast de winkel ook horeca en evenementen.
Van Leeuwen mist dat gegeven bij het Veenpark. "Dan moet je je op een gegeven moment afvragen: is dit nog vruchtbare grond om in te zaaien?" Volgens hem is de recente beslissing om het park te koop te zetten dan ook 'een hele goede'.
Niet dat hij geen potentie ziet. Volgens de expert (die in het verleden nog onderzoekswerk voor de Drentse attractie heeft verricht) is het Veenpark historisch van grote waarde: "Het park is onlosmakelijk verbonden met de canon van Drenthe. De hele geschiedenis van het veen en de turfwinning: het zit er allemaal in."
Een succesvolle doorstart vraagt volgens Van Leeuwen om een compleet andere aanpak. "Je zou meer de breedte in moeten: wonen, recreatieverblijf, horeca, winkels, het moet er allemaal samenkomen."
Dat is volgens hem de nieuwe economie van dagrecreatie. Als voorbeeld op dat vlak noemt hij het grote waterpark bij 't Nije Hemelriek in Gasselte. "Daar zie je dat met samenwerking tussen ondernemer, gemeente en provincie echt iets van de grond kan komen."
Tot slot wijst Van Leeuwen op het strategische belang van de locatie. "De ontsluiting naar Emmen en Duitsland wordt steeds belangrijker. De regio is in beweging. Maar juist op die bijzondere plekken, zoals het Veenpark, laten we kansen liggen."
Als voorbeeld noemt Volgens Van Leeuwen Puy du Fou (Frans themapark met een hoofdrol voor geschiedenis. Zij zijn ook internationaal actief). Onlangs ketste Meppel af als mogelijke locatie voor het park. "Maar waarom Meppel, in hemelsnaam? Het Veenpark was daarvoor een veel betere plek geweest."
Het Veenpark is volgens hem allesbehalve een hopeloos verhaal. Maar het roer moet stevig om. "Anders rek je alleen het lijden. En dat zou zonde zijn van een park dat zó veel potentie heeft."