Vroeger, nog voordat Herman van Veen een lied schreef over het fluiten en zingen op straat, was de klompenmaker hard aan het werk en werd er turf gestapeld. Tijdens de Compascumer Dagen wordt het verleden naar het heden getrokken.
In de museumdorpen Bargermond en ’t Aole Compas in het Veenpark is het alsof de tijd heeft stilgestaan. Meer dan tachtig vrijwilligers kruipen in de huid van personages van weleer. Bezoekers kunnen kennismaken met bijvoorbeeld de pastoor en de touwslager. Het is mogelijk om turf te stapelen, hout te zagen en een schooltje uit het begin van de twintigste eeuw te bezoeken.
De vrijwilligers zijn al vanaf vroeg in de weer. Bij het bakkerijtje is de sfeer gemoedelijk en wordt er hard gewerkt. Een van de bakkers doet al jaren mee, net als zijn ouders en nu ook zijn kinderen. ''We zijn bolletjes en boterkoek aan het maken. Het is druk, maar het is erg leuk'', zegt een van de bakkers.
Voor jenever is het wellicht nog wat vroeg, maar toch wordt er al flink gestookt. ''De mensen die vroeger in het veengebied woonden waren erg arm, ze haalden troost uit de jenever. Het was pure noodzaak'', aldus een van de jeneverstokers.
Naast de verschillende ambachten, wordt er ook een brand nagespeeld, met een echte ouderwetse brandweerkar. Het hele dorp loopt uit om samen met de bezoekers de brand te blussen. Emmers worden doorgegeven en de brandslang wordt uitgerold, terwijl de dorpsomroeper ''Brand!'' schreeuwt.
De Compascumer Dagen zijn de komende vier weken op woensdag en donderdag.