De Nedersaksenlijn gaat Emmen dingen opleveren, maar brengt ook kopzorgen met zich mee. Want als de lijn er komt verdubbelt dat het aantal sporen van twee naar vier op het station. Met als gevolg dat het station en alle spoorwegovergangen in het centrumgebied op de schop moeten.
Meer treinen betekent in dit geval voortdurend ook vaker neerdalende spoorbomen. Hoe voorkom je dat al het verkeer in Emmen dichtslibt als gevolg? De gemeente denkt een oplossing te hebben gevonden: een verdiepte aanleg van de Nedersaksenlijn binnen de bebouwde kom. Het is de bedoeling om deze mega spoorbak dan in te pakken met bomen en parkachtig groen.
Wethouder Jan Bos zegt het er meteen maar bij: het is nog slechts een idee. Maar nu de regering 1,9 miljard euro heeft uitgetrokken voor de aanleg, wil Emmen hoog inzetten, aldus de wethouder. Achter de schermen worden daarom allerlei ideeën uitgewerkt of onderzocht.
Waaronder het idee voor een kilometerslange tunnelbak door Emmen, op de plek waar nu het spoor ligt. "Als je de treinen op het maaiveld laat rijden, dan krijg je overal muren", aldus Bos. Funest voor de bereikbaarheid en aantrekkelijkheid van Emmen.
Bij de spoorwegovergangen in het centrumgebied gaan de slagbomen dan om de haverklap dicht. Geen enkele weggebruiker in het centrumgebied komt nog een steek vooruit, is het gevreesde scenario.
Door een verdiepte aanleg met op de plek van de huidige overgangen wegverbindingen aan te leggen, is dat probleem in een klap van de baan. "Het idee is daarbij om op het maaiveld de boel flink te vergroenen met bomen en bosschages. Groen op de plek waar nu het spoor loopt. In het geval van het Rensenpark betekent dit een uitbreiding richting de achterliggende wijken. "Voor bewoners wordt het zo gemakkelijk om via het groen het centrum te bereiken."
Tekst gaat verder onder de afbeelding:
De gemeente Emmen wacht daarom ook nog met grote investeringen in het stationsgebied tot er meer duidelijkheid is over de aanleg van de Nedersaksenlijn. Hoewel het oorspronkelijke doel was om in 2025 al stappen te zetten, is het volgens wethouder Bos beter om voor nu ingrijpende beslissingen uit te stellen. De komst van de Nedersaksenlijn, waarvan de eerste treinen in 2040 moeten gaan rijden, vraagt in de toekomst mogelijk om een compleet andere inrichting van het gebied.
Bos: "We willen geen miljoenen steken in een ontwikkeling die over tien jaar weer ongedaan moet worden gemaakt, aldus de wethouder. Zo wil de gemeente investeren in een fietsenstalling met ongeveer 600 plekken, bijna een keer zo groot als de huidige. Daarvoor moeten wel enkele parkeerplaatsen worden opgeofferd. Maar dat is in lijn met de nieuwe visie die de gemeente heeft op het stationsgebied. Concreet betekent dit dat fietsen en lopen dichter bij het centrum de voorkeur krijgen boven autoverkeer.
Bos: "Het station moet een overstappunt worden. Denk aan een goede aansluiting op de geplande snelfietsroutes richting Odoorn en Klazienaveen, en aan voorzieningen als OV-deelfietsen. Daarover zijn we in gesprek met NS en ProRail."
Het autoverkeer rond het station wordt in de toekomst teruggedrongen. Volgens de wethouder zijn veel van de huidige parkeerplekken in gebruik door bezoekers van het centrum, en niet door treinreizigers. "Daar is op zich niets mis mee, maar het is niet de bedoeling." Een volledig autovrije zone is niet het doel, maar het gebied moet wel verkeersluwer worden. "We willen de auto niet pesten, maar alternatieven aantrekkelijker maken."
De gemeente denkt ook nog aan kleinschalige verbeteringen op het gebied van veiligheid en toegankelijkheid. Bos: "De sociale veiligheid verdient aandacht: er zijn donkere hoeken en slecht verlichte plekken. Ook de geleidelijnen voor blinden en slechtzienden zijn onpraktisch, die eindigen nu tussen de fietsen. Dat zijn zaken waar we op korte termijn iets aan kunnen doen."
De optie om het station te verplaatsen, bijvoorbeeld richting het Rensenpark of bij het voormalige Fletcherhotel, is definitief van tafel. "Dat zou betekenen dat je de centrale ligging verliest. De huidige locatie is juist waardevol vanwege de nabijheid van het centrum en de campussen. Voor bezoekers van Emmen is het logisch dat ze daar uitstappen."