Met de komende dagen volop zon in het vooruitzicht, denken de meeste mensen nu aan barbecues, terrassen of het strand. Maar bij de ijsbaan in Schoonoord staat het bestuur met de handen in het haar. Niet vanwege de hitte, maar omdat er wéér is ingebroken. Voorzitter Ankie Smilde-Kootstra zucht: "Het is gewoon zonde, en het gebeurt voor de tweede keer..."
De ijsbaan van Schoonoord ligt verscholen in het bos, een ideale plek om te schaatsen in de winter en blijkbaar ook aantrekkelijk voor minder leuke bezoekers in de zomer. "We hebben daar een unit staan, een soort kantine", vertelt Ankie. "Daarnaast een toiletwagen. Vorig jaar probeerden ze er ook al in te breken, toen was er flink wat schade, maar kwamen ze niet binnen. Nu zijn ze wel binnen geweest."
De inbraak werd maandag ontdekt door een oplettend lid van de wandelvereniging, die bezig was met het uitzetten van routes voor de avondvierdaagse. "Ze stuurde een berichtje dat de deur van de toiletwagen open stond. De achterdeur van het opslaggedeelte was ook verbogen en dan weet je al hoe laat het is."
Wat de inbrekers precies zochten, blijft een raadsel, want veel waardevols ligt er niet. "Het is een toiletwagen", zegt Ankie. "En in de kantine? Daar staat wat ranja, suiker en meubels. In het hoofdgebouw zijn ze niet binnengekomen, maar dat maakt het niet minder frustrerend. Er is weer schade, je moet erheen, je moet dingen repareren, dat kost tijd en geld."
De daders hebben wel wat buitgemaakt, maar wat dat precies is, houdt het bestuur liever privé. Aangifte is nog niet gedaan, maar die komt er waarschijnlijk wel, net als vorig jaar.
Volgende week is de ijsbaan de plek van de start en finish van de avondvierdaagse en dat maakt het extra vervelend. "Je wilt alles netjes hebben", zegt Ankie. "En nu is het maar afwachten of de deur nog wel op slot wil, of juist niet meer open. Niet echt ideaal."
Toch laat het bestuur zich niet uit het veld slaan. "We proberen het weer zelf te repareren, dan kost het tenminste niet nog meer geld. Maar het blijft gewoon rot dat het gebeurt."
Door: Mirthe Zuhorn