Langs het Pad der Voorouders
Opeens zag ik ze overal: gele bordjes met Hondsrugpad en Hünenweg. Eerst één, aan de rand van het Sterrebos. Toen op een boom bij het station. En later zelfs op een hekje in de binnenstad van Groningen. Alsof ze me riepen. Alsof iemand iets wilde dat ik zou gaan lopen. Maar wie?
Nieuwsgierigheid won het van logica. Ik kocht de routegids, stopte mijn notitieboek en camera in mijn rugtas en begon in Groningen aan het pad dat liep over de oude rug van zand die ooit door het ijs was geschoven: de Hondsrug.
Ik had geen idee dat ik onderweg zou struikelen over een vergeten geschiedenis. En over een geheim dat eeuwenlang begraven had gelegen.
De eerste sporen
Tussen Haren en Glimmen begon het pad zijn werk te doen. Niet de benen, maar het brein werd geactiveerd. De gids vertelde iets over de Hondsrug als enige UNESCO Global Geopark van Nederland. Over sporen van de ijstijd. Maar het waren de verhalen van mensen die mijn aandacht trokken. Bij het Noordlaarderbos vond ik een verweerd paaltje met een roestig plaatje. Daarop slechts één woord: “Veenmeerhuis”.
Nooit van gehoord.
Thuis had ik het gegoogeld. Niets. Maar in de bibliotheek van Anloo vond ik een oude topografische kaart uit 1892. En daar stond het: een boerderij, verdwenen rond 1917, waar ooit archeologen iets hadden gevonden dat niet in de krant mocht. Meer stond er niet bij.
Ik besloot het pad te volgen, steeds oplettender. Niet alleen naar het landschap, maar naar wat er niet werd verteld.
Hunebedden en verborgen lagen
Bij Borger sliep ik in een oude boerderij vlak bij het grootste hunebed van Nederland, D27. De eigenaar — een gepensioneerde leraar geschiedenis — vertelde tijdens het ontbijt:
“Wist je dat dit pad waarschijnlijk ouder is dan de hunebedden zelf? De mensen die hier voor de Trechterbekercultuur leefden, trokken ook al over deze rug van zand. Handelaars. Verkenners. Vreemdelingen misschien.”
Hij wees me op een zeldzaam boek: “Over de Oude Weg”, gedrukt in 1887, waarin een predikant uit Gieten op basis van overlevering schreef over een “Kroonpad”, gebruikt door boodschappers uit het zuiden richting de noordelijke zee.
Ik bladerde door vergeelde pagina’s. Eén zin bleef hangen:
“De boodschapper des lands, toen de Friezen nog vrij waren, ging met staf en zegel langs de Rug. Waar zijn staf de aarde raakte, vond men eeuwen later stenen, geheimzinnig gestapeld.”
Een symbolische zin? Of een echte overlevering?
De schim in het veen
In het Bargerveen begon het landschap te fluisteren. Niet letterlijk natuurlijk, maar het veen heeft iets tijdloos. Je voelt je bekeken, alsof je niet de eerste bent die hier iets komt zoeken.
Bij een verlaten veenschuur vond ik in een nis een roestige broche met een ingegraveerd woord: Faro. Het leek Latijn, maar het verwees ook naar Faroër, een oude naam voor een verdwenen gebied tussen Drenthe en het Emsland.
De Hünenweg begon hier officieel. En ineens voelde de route anders. Geen toeristisch pad meer, maar een pelgrimsroute van de vergetenen.
In Meppen sprak ik een Duitse archeoloog, dr. Helga Riedel, die bezig was met opgravingen bij een oude grafheuvel uit de Bronszeit.
“De Hünenweg is een reconstructie,” zei ze. “Maar we weten zeker dat deze weg duizenden jaren lang werd gebruikt. Door boeren. Krijgers. En... ook door groepen waarvan we de sporen niet kunnen duiden. Mensen die niet begraven werden volgens lokale gewoonten. Ze liggen gekeerd naar het noorden. Met stenen over hun borst, alsof iemand niet wilde dat ze terugkwamen.”
Het slot: de verborgen boodschap
In Osnabrück eindigde mijn tocht, maar het verhaal ging verder. Ik had foto’s, notities, oude teksten. En die verwezen allemaal naar een oerweg die van de Hondsrug naar het hart van Europa liep, nog ouder dan de Romeinse routes.
Terug in Nederland bracht ik mijn bevindingen naar het Hunebedcentrum. Een conservator vroeg of ik even mee kon lopen. In een afgesloten depot, onder een doek, lag iets dat ze in 2021 hadden gevonden tijdens een opgraving bij Valthe.
Een staf. Van hout en been. Met metalen banden erin geklonken. En op het uiteinde: een zegel. Met het woord: Faro.
Ik voelde een rilling langs mijn ruggengraat. Ik had hem bijna letterlijk gevolgd.
De weg was geen route.
Het was een boodschap.
Epiloog
Het Hondsrugpad is nu gemarkeerd met gele bordjes. Maar ooit, lang geleden, was het een weg van betekenis. Een weg die door boodschappers, priesters en vluchtelingen werd gebruikt. Misschien liggen er nog meer sporen onder het zand. Misschien heb jij ook iets gevonden, maar weet je het nog niet.
Als je het pad gaat lopen — kijk dan niet alleen om je heen.
Luister ook.
De Hondsrug vertelt nog steeds haar verhaal.
Lees hier meer: Jan levert je historische streken
Mystieke Verhalen van Zuidoost-Drenthe
Een Reis Door de Tijd. De geschiedenis van Zuidoost-Drenthe reikt ver terug in de tijd. Jan Veenstra uit Coevorden neemt je mee naar de oorsprong van deze regio, waar sporen van prehistorische nederzettingen en oude rituelen nog steeds voelbaar zijn. Van hunebedden tot grafheuvels, elke plek vertelt een verhaal dat weerspiegelt in de ziel van dit land. Elke woensdag lees je op zo34.nl een stukje uit de geschiedenis maar op zijn website vind je nog veel meer!