Wilders, Wilders, Wilders. Als je de krant openslaat, de radio aanzet of gewoon een willekeurig koffieapparaat benadert, hoor je zijn naam. Het is alsof hij het nieuwe weer is: overal, onvoorspelbaar en vooral veel wind. En eerlijk gezegd, als ik naar Geert kijk, zie ik geen duistere dictator in wording, geen charismatische leider met een ijzeren vuist. Nee, ik zie… mijn buurjongen. Je weet wel, die met die te grote bek, een fascinatie voor brommers en een mening over alles — van de buurtbarbecue tot het Midden-Oosten. Maar zodra er iets zwaars moet worden getild, belt-ie z’n moeder.
Het is tragikomisch. Een man die al decennia roept dat hij het land gaat redden, maar als je hem een pakje roomboter geeft, zie je hem zuchten, zijn handen wapperen, en vragen of iemand even kan helpen. Hij wil wel, maar het lukt gewoon niet. Een soort politieke softijsautomaat: veel lawaai, maar als je op het knopje drukt, komt er niks uit. Of erger nog: er komt wél iets uit, maar het smelt direct op de vloer.
En nu zitten we collectief in de supermarkt van de democratie. Geert staat weer eens te krijsen in het gangpad omdat hij z’n zin niet krijgt. En ik stel me dan voor: een moeder — een politieke moeder — die besluit hem eens te spiegelen. Ze gooit zichzelf gillend op de grond, schopt tegen een pak rijst en schreeuwt: “Wíl je dan dat ik ook een asielstopje doe, Geertje?!”
Wie dan? Dilan Yeşilgöz, die met een strak gezicht en een Excel-lijst van compromissen zijn buien probeert te managen? Of Ingrid Coenradie, die met een verhit gezicht en een overbelast dorpshuis probeert ‘de kloof’ te dichten door Wilders een kleurplaat en een pakje appelsap te geven?
We zitten dus met een kind aan tafel dat zijn bord vol scheldt maar weigert te eten. En we blijven maar zeggen: “Hij bedoelt het goed hoor.” Ja ja. Totdat hij besluit dat het toetje — zeg maar de rechtsstaat — ook maar moet worden afgeschaft.
Toch heb ik ergens medelijden. Want wie alleen maar roept, wordt uiteindelijk niet meer gehoord, maar getolereerd. Als een brommer in de straat die je na een tijdje gewoon niet meer opmerkt. Tot hij ineens niet meer start. En dan is er niemand die ‘m aanduwt.
Wilders: luid, vermoeiend, en verrassend ineffectief. Maar ach, wat ruist daar door het struikgewas? Een compromis. Dag Geertje, tot de volgende uitbarsting.
Lees hier meer columns van Jan: Column Jan Veenstra