Column Jan Veenstra: Dieseldamp over de grens

Jan Veenstra schrijft wekelijks een column. Foto: Pixabay

December 2026: het klinkt als toekomstmuziek. Dan dendert de internationale trein eindelijk door Coevorden richting Neuenhaus en Bad Bentheim. Een mijlpaal, roept men. Geen files, geen vliegtuigen, gewoon lekker met de trein de grens over. Duurzaam, toch?

Nou… nee.

Want wie even onder de motorkap kijkt, ziet geen elektrische toekomstvisie, maar gewoon een ouderwetse dieseltrein aankomen. Jazeker, zo’n brullende, roetuitstotende mastodont op rails. Terwijl we op de Markt bakkeleien over een elektrahuisje voor de botsauto’s, komt er straks dagelijks een dieselslang het centrum binnengekropen. Hoera voor internationale verbindingen, maar die dieseldampen? Die nemen we voor lief.

Hoe valt dit te rijmen met de ambitie van de gemeente om in 2026 twintig procent minder CO₂ uit te stoten dan in 2013? Gaan we daar écht op vooruit als we de auto laten staan om in een dieseltrein te stappen? Of is dit gewoon groene windowdressing: duurzaam in de folder, maar grijs in de praktijk?

Het wringt. We investeren tonnen in stroomvoorziening voor een klimaatneutrale kermis, maar op het spoor lijkt niemand zich druk te maken over de uitstoot. Alsof CO₂ alleen meetelt op wielen met een nummerbord. Is er überhaupt nagedacht over elektrificatie van het traject? Of durfde niemand die vraag hardop te stellen in de vergaderzaal?

Coevorden wil vooruit. Dat juich ik toe. Maar duurzame vooruitgang meet je niet alleen in kilometers spoor of hoeveelheid lintjes die je kunt doorknippen. Je meet het in keuzes die je durft te maken. Zelfs als die politiek ongemakkelijk zijn.

Wil je minder CO₂? Dan moet je ook durven zeggen: geen diesel meer op het spoor. Niet nu. Niet in 2026.


(Coevorden, waar we wel de trein nemen, maar de koers nog moeten bepalen)

Lees hier meer columns van Jan: Column Jan Veenstra