Licht op groen voor spoorlijn Coevorden - Bad Bentheim

Foto: ZO!34 / Marlous de Jong

Het licht sprong vrijdagochtend 23 mei letterlijk en figuurlijk op groen. Met een feestelijke bijeenkomst werd gevierd dat het spoor tussen Coevorden - Neuenhaus - Bad Bentheim er echt komt.

Het grensoverschrijdende spoorproject is een samenwerking tussen Nederlandse en Duitse overheden, spoorwegorganisaties en regionale partners. Vanaf december 2026 zullen reizigers gebruik moeten kunnen maken van de directe treinverbinding tussen Drenthe en Nedersaksen. Deze verbinding maakt onderdeel uit van de bredere Nedersaksenlijn, die steden zoals Emmen, Enschede en Groningen met Duitsland moet gaan verbinden.

Feestelijke start van een grensoverschrijdende mijlpaal

In 2022 werd de intentieverklaring voor dit project afgegeven. Na 2,5 jaar sprong op 23 mei het licht op groen tijdens een feestelijke opening bij Bahnhof Laarwald in Laar, net over de grens bij Coevorden. Veel vrolijke gezichten en optimistisch gestemden kwamen bij elkaar om te vieren dat het project de volgende fase ingaat.

Eind 2026 zal de nieuwe treinverbinding tussen Coevorden en Bad Bentheim in gebruik worden genomen. Elk uur zal er dan een trein rijden tussen beide steden. Dit grensoverschrijdende project zorgt voor een verbinding op economisch, sociaal en cultureel vlak. “Een goede verbinding met het buurland, is essentieel,” aldus Staatssecretaris Frank Doods van Land Nedersaksen. Ook staatssecretaris Chris Jansen van Openbaar Vervoer en Milieu van Nederland was bij de bijeenkomst. Met zijn aanwezigheid werd onderstreept hoe belangrijk dit project is voor de regio, maar minstens zo belangrijk voor het kabinet. “Elke regio telt, dus voor ons is deze lijn net zo belangrijk als bijvoorbeeld de Nedersaksenlijn.”

Project in goede banen leiden

Het project had nogal wat voeten in de aarde. Zo wordt een deel van het spoor beheerd in Nederland en een deel in Duitsland. Er moet dan gehoor gegeven worden aan zowel Nederlandse als Duitse regelgeving en er moet bijvoorbeeld rekening gehouden worden met verschillend materiaal. De samenwerking en het project tot een succes maken vroeg om “veel flexibiliteit, creativiteit en doorzettingsvermogen van de partijen” volgens gedeputeerde Henk Jumelet, de voorzitter van de stuurgroep.

Nieuwe kansen

Met een directe verbinding tussen de steden wordt de reistijd korter en treinreizen is een duurzaam alternatief voor de auto. Reizigers krijgen het gemakkelijker om te reizen; zo kunnen zij vanuit Coevorden overstappen op treinen naar Emlichheim, Nordhorn, Bad Bentheim en verder naar grotere steden als Hannover, Berlijn en Bremen. Dit zorgt ervoor dat mensen aan beide kanten van de grens makkelijker kunnen samenwerken, reizen en werken.

Het maakt het ook aantrekkelijker voor toeristen, studenten en werkgevers. Zo is een student uit Nordhorn die aan het Drenthe College in Emmen studeert met een stabiele treinverbinding minder afhankelijk van ouders of busverbindingen. Een vertegenwoordiger uit Coevorden die regelmatig naar klanten in Berlijn moet, kan via Bad Bentheim gebruikmaken van de aansluiting op het Duitse intercitynetwerk. Of denk aan mensen die een dag of weekend weg willen, die zonder gedoe met parkeren of files, ontspannen in de trein kunnen stappen.

Vanaf december 2026 zal dit dus sneller en gemakkelijker gaan en wordt het mogelijk “om koffie in Nederland te drinken en vervolgens bier in Duitsland,” grapte Joachim Berends van Bentheimer Eisenbahn.

Van goederenspoor naar personenvervoer

Aankomende tijd wordt het 30 kilometer bestaande goederenspoor geschikt gemaakt voor personenvervoer. “De verbinding tussen de landen is geëindigd in 1939”, legt Jumelet uit, “dus deze verbinding met personenvervoer brengt ook een stukje emotie met zich mee.”

In Coevorden wordt een nieuw perron gebouwd, het station en het spoor worden aangepast, zodat de treinen vaker op tijd kunnen rijden en de dienstregeling betrouwbaarder wordt.

ProRail is verantwoordelijk voor de werkzaamheden aan de Nederlandse kant van het spoor. In het Duitse gedeelte worden de aanpassingen uitgevoerd door de Duitse spoorwegmaatschappij Bentheimer Eisenbahn.

Fase nul

De aanleg van de spoorlijn tussen Coevorden en Bad Bentheim is de eerste fase van de Nedersaksenlijn, of zoals Jumelet het omschrijft: “in fase nul”. In de fasen die nog volgen, wordt gewerkt aan de reactivering van de spoorverbindingen tussen Veendam - Stadskanaal en Stadskanaal - Emmen.

De neuzen stonden dezelfde kant op en de betrokken partijen zagen het project en de toekomst hiervan positief in. Kort samengevat in de woorden van Uwe Fietzek van Landrat: “Waar een wil is, is een spoorweg.”