De gemeenteraad van Emmen gaat akkoord met een extra krediet van 750.000 euro voor het definitieve herstel van het voormalige Biochron. Het pand, dat bestemd is voor de maatschappelijke organisatie DIEP, kampt met ernstige lekkages en vochtproblemen die schade hebben veroorzaakt aan de constructie.
In de afgelopen maanden is intensief overleg gevoerd tussen de gemeente, aannemer Koenen Bouw en diverse experts om tot een duurzame oplossing te komen. De problemen worden veroorzaakt door een falende buitenschil van het gebouw. De voorgestelde herstelwerkzaamheden bestaan uit het volledig opnieuw opbouwen van de gevel, inclusief een geventileerde spouw en het mechanisch bevestigen van natuursteen op aluminium rails. Dit moet leiden tot een toekomstbestendig en kwalitatief hoogwaardig gebouw.
De totale kosten van het herstel worden geraamd op circa 2,5 miljoen euro. Daarin zijn ook tijdelijke maatregelen opgenomen, zoals het verwijderen van natuursteen en het drogen van de constructie. De gemeente draagt 594.815 euro bij aan deze kosten; Koenen Bouw neemt de resterende hoofdkosten op zich, exclusief een aantal meerkosten.
Hoewel er tussen de gemeente en Koenen Bouw verschil van mening bestaat over de oorzaak van de gebreken, is een kostenverdeling overeengekomen. De gemeente stelt dat de aannemer verantwoordelijk is voor de schade door fouten in de uitvoering. Een juridische procedure wordt als onwenselijk beschouwd vanwege de lange doorlooptijd en hoge bijkomende kosten.
Volgens het college is het van groot belang dat het Biochron op korte termijn beschikbaar komt voor DIEP, zodat de organisatie haar werkzaamheden kan hervatten. Ondanks de opgelopen vertragingen benadrukt de gemeente dat het herstel bijdraagt aan duurzame en kwalitatieve huisvesting voor de toekomst.
De gemeenteraad toonde zich unaniem kritisch over de ontstane situatie. Toch vindt een meerderheid dat procederen meer zou kosten dan de gemaakte afspraken met Koenen Bouw. Ook is het juridisch resultaat onzeker.
De PvdA pleit ervoor om bij soortgelijke projecten vooraf meer budget te reserveren voor deskundige advisering. Het CDA stelt voor om de kosten niet over veertig jaar uit te smeren, maar deze nu in één keer te nemen, zodat toekomstige generaties niet worden belast. Wethouder Jan Bos gaf aan dat het gebruikelijk is om kosten te spreiden, maar zich ook kan vinden in een eenmalige afboeking. Ook andere partijen vinden het voorstel van het CDA het overwegen waard. Het CDA gaat daarom een amendement, een wijziging op het voorstel, opstellen.
D66 was kritisch op het voorstel van het college en vindt dat de onderbouwing ervan tekortschiet.
Toch lijkt een meerderheid van de gemeenteraad in te stemmen met het voorstel van het college. Tijdens de gemeenteraadsvergadering op 27 mei zullen de fracties opnieuw met elkaar in debat gaan over het voorstel, waarbij ook het amendement van het CDA wordt besproken.