Het grote moment is daar. Na decennia van noeste arbeid, fileleed en te veel kopjes automatenkoffie mag je eindelijk met pensioen. Tijd om die bucketlist af te werken! Eindelijk die wereldreis maken, maandenlang de zon achterna, genieten van je vrijheid. Heerlijk! Of nou ja... Tot je ontdekt dat de Nederlandse overheid nog steeds met je meereist, gewapend met een checklist en een calculator.
Want zo vrij als je denkt te zijn, ben je natuurlijk niet. De AOW-uitkering, die je met bloed, zweet en belastingen hebt opgebouwd, heeft namelijk een ingebouwde gps. Ga je drie maanden op reis? Geen probleem. Maar blijf je langer weg, dan beginnen de regeltjes. Bij acht maanden wordt jouw avontuur niet langer als vakantie gezien, maar als ‘emigratie’ en – verrassing! – daar hoort een korting op je AOW bij. Want zeg nou zelf, wat moet Nederland met een oudje dat zijn zonuren liever in Spanje dan in Sneek bij elkaar sprokkelt?
Ben je in het verleden ooit zo stout geweest om een paar jaar in het buitenland te wonen en te werken? Tja, dat wordt dan 2% AOW-korting per afwezig jaar. Pech gehad, avonturier! Maar niet getreurd, voor de minder bedeelde pensionado’s is er nog de AIO-aanvulling. Handig! Maar pas op: daar geldt een maximale vakantielimiet van 13 weken. Weg is de droom van overwinteren op een tropisch eiland, tenzij je wilt leven op kokosnoten en een touw als riem.
Dus ja, je mag met pensioen en genieten van je oude dag. Maar wel binnen de kaders van de bureaucratie. Houd de SVB tevreden, blijf binnen de toegestane reisduur en check goed hoe lang je ‘vrij’ mag zijn.
Kortom: geniet van je vrijheid! Maar niet te lang, niet te ver en vooral niet zonder vooraf toestemming te vragen. Goede reis!
Lees hier meer columns van Jan: Column Jan Veenstra