Lieve Isabel: Je raadt nooit wat ik net heb gedaan

Elke woensdagavond om 21.40 uur leest Gert-Jan in het programma De Avond Van de column Lieve Isabel voor. Deze wordt iedere week geschreven door zijn moeder, die schrijft onder de naam Mamalie.

Lieve Isabel

Je raadt nooit wat ik net heb gedaan...

Nu kan ik wel zitten wachten, maar A je antwoordt me toch niet en B je raadt het echt nooit.

Ik zeg het dus gewoon: ik heb net een foto van onze auto gemaakt. Een foto van onze mooie groene auto. Waarom zul je denken? Nou, die auto gaat morgen naar de sloop. We hebben inmiddels al een nieuwe, dus zonder vervoersmiddel zitten we niet, maar het is toch wel een dingetje dat afscheid van onze oude vertrouwde auto. Hij (of is een auto ‘zij’?) bracht me overal waar ik maar wilde. Liet me nooit in de steek. Nou ja, bijna nooit dan.

Ik wil maar zeggen: eigenlijk ben ik gewoon van haar gaan houden (ik denk toch dat auto's vrouwelijk zijn). Het is een mooie groene. Maar een oudje dus. Ze heeft meer dan 503.000 kilometer gereden. Ongelooflijk niet? Dat is toch een paar keer de wereld rond. Maar nu is zij ‘op’ en vond manlief dat we aan een nieuwe toe waren. Het liefst had ik de rest van mijn leven met die mooie groene doorgereden. Maar bij ons thuis is de man degene die beslist over auto's, dus mijn stem telde niet.

Ik moest eens met die auto mijn baas halen. Hij vroeg mij in welke auto ik zou komen. In een groene, zei ik. Wat nou: groene? vroeg hij. Het heeft toch een merk? Ehh, zei ik, eh, ik denk een Opel, maar kan ook een Ford zijn. (Dat waren de eerste twee automerken die door mijn hoofd schoten)

Ik kwam aanrijden op de bewuste plek om mijn baas op te pikken. Hij stapte in en zei: Dit is geen Opel. Ook geen Ford. Dit is een Volkswagen. Vergeet dat nooit meer. En zeg vooral nooit meer ‘groene’ auto. Dat klinkt volslagen onnozel.

Wees blij dat je mee mag rijden, zei ik. Maar ik ben nooit vergeten dat het een Volkswagen is, een Volkswagen Golf. Toch ben ik haar hardnekkig ‘groene’ blijven noemen.

Nu gaat ze weg.

Na jarenlange trouwe dienst. Het laatste jaar konden de deuren niet meer op slot. Zij heeft op de meest gekke parkeerplaatsen gestaan met gewoon open deuren. Nooit door een ander meegenomen. Er stonden ook altijd mooiere naast natuurlijk.

Het zijraampje aan de bestuurderskant wilde ook niet meer open. Lastig als je bij parkeerpaal komt waar je een kaartje moet trekken. Ik moest haar dan een beetje scheef rijden, zodat mijn deur open lukte en ik een kaartje kon trekken. Ik zag vaak de bestuurder van de auto achter mij de wenkbrauwen ophalen en ik kon hem bijna horen denken: ach ja, een vrouw achter ’t stuur!

Ik gebaarde dan dat het raampje niet openwilde, want voor onnozel versleten worden wil ik niet nog een keer. Ik weet niet eens of hij het wel begreep. Misschien dacht hij wel: wat staat dat onnozele mens nou toch te gebaren?

Nou ja. Maakt niet uit. Het is niet meer nodig. We hebben een nieuwe:

Een mooie witte!

Hartelijke groeten!