Lieve Isabel: Moeder

Elke woensdagavond om 21.40 uur leest Gert-Jan in het programma De Avond Van de column Lieve Isabel voor. Deze wordt iedere week geschreven door zijn moeder, die schrijft onder de naam Mamalie.

Lieve Isabel

Wij – en dan bedoel ik mijn broers en zussen en ik – stonden deze week voor een dilemma. Er was een plek vrijgekomen in het verpleeghuis waar mijn moeder al een paar maanden op de wachtlijst staat. Nou ja, ik weet niet helemaal of ik het nu goed zeg, waarschijnlijk heeft de huisarts samen met de Buurtzorg een urgentie-aanmelding gedaan.

Want het gaat opeens wel erg snel achteruit met mijn moeder. Ze is al een poosje aan het dementeren. Ze doet geen gekke dingen, maar haar geheugen is niks meer. Het lijkt wel alsof ze ons – haar kinderen - herkent, maar onze namen weet ze niet meer. Ze kan ook absoluut niet voor zichzelf zorgen. En dan bedoel ik de primaire basishandelingen zoals aankleden, wassen of een broodje smeren. Ze woont nog alleen, wel naast mijn zus. Dat is voor ons een heerlijke geruststelling. Maar mijn zus die voor haar kookt en boodschappen doet, altijd paraat staat, en ook de nodige nachtelijke avonturen met mama beleeft, was een beetje aan het eind van haar latijn gekomen. Wij – de rest van de kinderen - bezoeken mama dagelijks. Iedereen heeft z’n eigen dag en zit bij haar vanaf 1 uur in de middag totdat ze naar bed gaat. Dat doen we al jaren. De laatste tijd is zo’n bezoek een bezoeking geworden. Het contact is vrijwel weg. Ze weet niks meer. Onderwerpen zijn er dus niet. Het valt dus echt niet mee bij mama te zitten. Mocht je vinden dat de tijd vliegt, moet je eens een halve dag bij een demente op bezoek gaan. Proberen een gesprekje te aan te gaan of een hand vasthouden. En dan op de klok kijken en zien dat er nog geen half uur verstreken is....

Wij doen het allemaal graag voor haar, omdat ze een fantastische moeder voor ons was. Zij heeft vroeger haar uren in ons gestoken. Niemand van ons zit daar met tegenzin. Neemt niet weg dat het inmiddels een zware opgave is geworden.

Nu is er dus voor haar een plek in het verpleeghuis. Er werd door ons, broers en zussen, heel wat heen en weer geappt. Twee van ons mochten haar gaan wegbrengen, wegwezen en vervolgens in elk geval 3 weken niet op bezoek. Ook moest mama de eerste 2 weken in quarantaine. Twee weken alleen op een kamertje. Op een vreemde plek. Alles anders. Geen bezoek, geen afleiding. En wanneer wel bezoeken? In deze grillige tijd weet je niet hoe het gaat lopen. De versoepeling kan maar zo terug gedraaid worden. We kwamen tot de conclusie dat we haar thuis laten en zelf de zorg naar haar gaan uitbreiden.

Lieve mam, je zou met gepaste trots naar ons kijken als je zag hoeveel we om je geven. En hoeveel van je houden. En hoeveel we voor je doen. Maar je ziet het niet. Onze alerte moeder is een schim van zichzelf geworden. Je zou zelf vast gezegd hebben: breng me maar weg. Want zo was je. Maar zo ben je niet meer. We zullen ook nooit meer een bedankje van je krijgen. Dat hoeft ook helemaal niet. Daar doen we het niet voor. Want je weet zelfs niet eens meer wie wij zijn, he mam? Maar wij doen het omdat we nog wel weten wie wie jij bent!

Hartelijke groeten